Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde
(1962)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 94]
| |
temporain’ hadden zich vijf figuren doen kennen als afgescheidenen van het gangbare tableau en wegbereiders naar het symbolisme.Ga naar eind175 Over Verlaine, geboren in 1844, is hier al gehandeld. Twee jaar eerder was Stéphane Mallarmé geboren, een en twee jaar na Verlaine komen Tristan Corbière en Lautréamont ter wereld. - Rimbaud eerst in 1854, maar zijn ontwikkelingsgang is zo verblindend snel, dat ook hij in 1870 leek te behoren tot deze toen ongeveer vijfentwintigjarige dichters, die overigens onderling geen litteraire groep vormden. Verlaine heeft deze pre-symbolistische dissidenten beschreven in zijn boekje ‘Poètes maudits’. Hoe vroeg reeds de werkelijkheid-uitbeeldende, en dus dienende functie van de taal is verlaten, blijkt uit twee programmatische uitingen van Mallarmé: ‘céder l'initiative aux mots’; en deze bekende regel uit het sonnet ‘Le tombeau d'Edgar Poe’:
Donner un sens plus pur aux mots de la tribu.
Het symbolisme heeft op het voetspoor van zijn grote voorganger Mallarmé sterk onder invloed gestaan van de weerklank die Richard Wagner in die dagen begon te vinden in Parijs. Een van de symbolistische jongerentijdschriftjes in 1885 heette ‘Revue Wagnérienne’.Ga naar eind176 Het stond onder leiding van Edouard Dujardin, een van de vroegste symbolistische beoefenaars van het vrije vers.Ga naar eind177 Maar hij was ook een hoogst curieus pionier op het gebied van het nieuwe proza, onder andere met de roman ‘Les lauriers sont coupés’ (1887), in één dag zich afspelend, de eerste ‘monologue intérieur’ in de litteratuur, (door James Joyce in ‘Ulysses’ nagevolgd), en ongeveer veertig jaar later herdrukt met een voorrede van Valery Larbaud.Ga naar eind178 - Het feit dat hier het eerst naar een ‘monologue intérieur’ werd gestreefd, duidt er wel op, dat de met het symbolisme aangebroken neo-romantische periode zich, behalve op de ‘intuition’ in Bergsoniaanse zin, met nieuwe aandacht ging richten op het onbewuste. Een van de talentrijkste symbolisten, Jules Laforgue, | |
[pagina 95]
| |
was niet alleen, evenals bij ons de Van Eeden van ‘Ellen’, een Schopenhaueriaans pessimist, maar hij had ook ernstig Eduard von Hartmanns ‘Die Philosophie des Unbewuszten’ bestudeerd.Ga naar eind179 Wanneer men bedenkt dat de precisie, de nauwkeurige duidelijkheid der vormgeving door het symbolisme als doodsvijanden werden beschouwd, - (hoe fel werden De Hérédia, Sully Prudhomme en François Coppée niet aangevallen!) -, dan wordt de voorliefde voor Richard Wagner met zijn wazige, loodzware ethisch-mythologische bedoelingen begrijpelijk. In ons land was de componist en essayist Alphons Diepenbrock de grote apologeet van Wagner en zijn invloed op de auteurs in de negentiger jaren rondom ‘De kroniek’ was niet gering.Ga naar eind180 De Franse symbolistische beweging, en het symbolisme zoals het zich in een weer andere gedaante afspiegelde in de negentiger jaren in Engeland, is een zo samengesteld en veelvormig verschijnsel dat het niet in een enkele formule is te vangen. Luisteren wij naar Paul Valéry: ‘Le mot “Symbolisme” fait songer les uns d'obscurité, d'étrangeté, de recherche excessive dans les arts; d'autres y découvrent je ne sais quel spiritualisme esthétique, ou quelle correspondance des choses visibles avec celles qui ne le sont pas; et d'autres pensent à des libertés, à des excès qui menacent le langage, la prosodie, la forme et le bon sens. Que sais-je? Le pouvoir excitant d'un mot est illimité. Tout l'arbitraire de l'esprit est ici à son aise: on ne peut infirmer ni confirmer ces diverses valeurs du mot Symbolisme. Il n'est après tout qu'une convention. Les noms de convention donnent parfois occasion à des méprises et à des questions assez divertissantes, dont je trouve un exemple délicieux dans une anecdote que raconte je ne sais où l'illustre astronome Arago. Arago était vers 1840 directeur de l'Observatoire de Paris. Il vit, un jour, se présenter à lui un messager des Tuileries, - chambellan de service ou aide de camp, - qui l'informa du désir d'un auguste personnage, (Arago ne le désigne pas | |
[pagina 96]
| |
autrement), de visiter l'Observatoire, et d'y contempler un peu le ciel de près. A l'heure dite, on vient. Arago accueille le royal visiteur, le mène à la grande lunette, et l'invite à mettre l'œuil à l'oculaire pour admirer la plus belle étoile du ciel; il annonce: “Voilà Sirius, Monseigneur.” Après avoir regardé quelque temps, le prince se redresse, et avec la mine confidentielle et le sourire complice d'un homme à qui l'on n'en fait pas accroire et qui connaît toujours le dessous des choses, il dit, à demi-voix, à l'astronome: “Entre nous, Monsieur le Directeur, êtes-vous bien sûr que cette magnifique étoile se nomme véritablement Sirius?”’Ga naar eind181 Het zoeken naar een eenheid, dat een van de kenschetsende wezenstrekken van de neo-romantiek is, deed in allerlei theorieën en experimenten de litteratuur van het symbolistisch tijdvak ook streven naar aansluiting bij de andere kunsten.Ga naar eind182 ‘Tout est mis à contribution (...): les sciences, la philosophie, la musique, la philologie, l'occultisme, les littératures étrangères. D'ailleurs, le commerce des arts divers entre eux, que le Romantisme avait inauguré, mais irrégulièrement pratiqué, devient un véritable système qui se précise quelquefois à l'excès. Certains écrivent avec le souci d'emprunter à la musique ce qu'ils peuvent en débaucher par voie d'analogies; ils essaient parfois de donner à leurs ouvrages le dispositif d'une partition d'orchestre. D'autres, critiques d'art subtils, veulent introduire dans leur style quelque imitation des contrastes et des correspondances du système des couleurs. D'autres ne craignent pas de créer des mots, de pervertir un peu la syntaxe, que plusieurs rajeunissent vivement, tandis que certains, au contraire, lui rendent quelques atours de son passé cérémonieux.’Ga naar eind183 |
|