Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde
(1962)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd39In ‘Le pèlerin passionné’ paste Jean Moréas het vers libre toe; ondanks zijn latere ontwikkelingen, erkent Paul Fort, moet hij als een van de grondleggers van het symbolisme en het vers-librisme worden beschouwd.Ga naar eind166 Wat zijn dan die latere ontwikkelingen? De geest van Papadiamantopoulos genaamd Moréas was eigenlijk zeer redelijk, nuchter, helder Grieks-Romeins-classicistisch, en weinig voorbestemd om het troebele, vervagende, noordelijk-nevelige symbolisme lang te blijven aanhangen.Ga naar eind167 Ondanks een zekere verwantschap met het oververfijnd decadente gevoelsleven van de toen opkomende jongere poëzie had Moréas ook een kant aan zich van Helleense klaarheid. In tegenstelling tot de meeste andere symbolisten moest hij dan ook niets hebben van hun naaste geestverwanten, de Engelse Preraphaëliten.Ga naar eind168 Reeds vóór 1891 richt hij met enkele adepten als Maurice du Plessys, Raymond de La Tailhède, Ernest Raynaud en de later berucht geworden Charles Maurras, merendeels cultureel en politiek sterk reactionairen, de Romaanse school op.Ga naar eind169 Op veertien september 1891 plaatst hij een tweede manifest in ‘Le Figaro’, het zogenaamde Romaans manifest. ‘J'ai déjà expliqué (...) pourquoi je me sépare du symbolisme que j'ai un peu invente,’ zegt hij daarin. ‘Il nous faut une poésie franche, vigoureuse et neuve, (...) ramenée à la pureté et à la dignité de son ascendance.’Ga naar eind170 Hij wil terug naar de oerbronnen, de minstreelpoëzie der elfde, twaalfde en dertiende eeuw, en naar lateren als Pierre de Ronsard en zijn school, als Jean Baptiste Ra- | |
[pagina 93]
| |
cine en Jean de la Fontaine. Ook naar Guillaume de Machaut, François Villon en André Chénier. - M.A. Beaunier in een werk ‘La poésie nouvelle’Ga naar eind171 heeft een soort van catalogus van al die archaïsmen bij Moréas opgesteld, de oude syntactische wendingen enzovoort. Alle archaïsche neologismen (als ik deze paradoxale woordcombinatie mag gebruiken) worden meestal maar één keer, bij de meest geschikte gelegenheid, door Moréas toegepast en niet herhaald. Eenmaal teruggekeerd van het symbolisme, verklaart Moréas ‘j'ai abandonné le vers libre m'étant aperçu que ses effets étaient purement matériels et ses libertés illusoires. La versification traditionnelle a plus de noblesse, plus de sûreté, tout en permettant de varier à l'infini le rythme de la pensée et du sentiment; mais il faut être bon ouvrier’.Ga naar eind172 Het eigenaardige geval heeft zich dus voorgedaan dat Jean Moréas, erkend aanvoerder van het symbolismeGa naar eind173, en de achtereenvolgende aspecten daarvan weerspiegelend, in eigenlijkste zin niet geheel deel heeft uitgemaakt van de beweging die hij wilde leiden. Bij de verschijning van ‘Le pèlerin passionné’ werd een befaamd gebleven banket gegeven als inwijding van Moréas in zijn kwaliteit van aanvoerder der symbolistische school; maar dit berustte dus feitelijk van weerszijden op een vergeeflijk misverstandGa naar eind174. Eerst in het streng classicistische ‘Le livre des stances’, geschreven van 1897 tot 1905, - zijn meesterwerk, - zou hij geheel zichzelf worden. Zijn aforistisch moraliseren daarin is een reactie tegen de opvattingen der symbolistische beweging, maar daarom niet minder neo-romantisch. |
|