Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde
(1962)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 69]
| |
29Wat het katholieke réveil betreft, een keerpunt van duidelijk en beslissend Europees belang is de bekering van de naturalist Huysmans. Na zuiver naturalistische romans geschreven te hebben als ‘Marthe’ (1876), ‘Les sœurs Vatard’ (1879) en ‘En ménage’ (1881) begint hij, - maar op een speelser en lichter wijze, - de ‘écriture artiste’ van de Goncourts toe te passen. Als prototype van de decadente immoralist creëert hij dan in 1884 de hoofdfiguur Des Esseintes in het boek (- een roman is het nauwelijks te noemen -) ‘A rebours’. Dit werk heeft een grote invloed op de neo-romantische, symbolistische litteratuur van het tijdvak gehad. Het is het ‘poisonous book’ uit Oscar Wilde's ‘Picture of Dorian Gray’, en Stéphane Mallarmé dicht zijn ‘Prose pour Des Esseintes’. Gelijk bij Verlaine, ziet men in Huysmans hoe de geestelijke en de daarmee gepaard gaande litteraire omkeer dier dagen zich kon vertonen in de loop van het leven van één enkel mens. Zich allengs richtende op de mystiek, bewaarde Huysmans in zijn taal de realistische vormgeving uit zijn naturalistische aanvangstijd. Ook bij Huysmans ontstond de neo-romantische mystiek, blijkens zijn voortdurend ongezouten gefoeter op alles en nog wat - de samenleving, het tijdsgewricht, de stad, de vrouw, de natuur, de litteraire, maar ook de clericale en de progressieve kringen, kortom het hele leven - uit de haat voor en de vlucht uit de werkelijkheid. Een taedium vitae zoals ascetisch-protestants tot uiting komt in het bekende Gezang 43:
Hier beneden is het niet.
Nieuw aan Huysmans was niet zijn stijl, die zich zelden uit de overladenheid van details, de opeenstapeling van bizarre en precieuze woorden, en uit het typische esthetisme, dat de komende negentiger jaren zou kenmerken, kon losmaken. Nieuw in ‘A rebours’ was de inhoud: - een vlucht uit zijn tijd, een walging van de burgerlijke conflicten van een wereld | |
[pagina 70]
| |
zonder ideaal, een wereld vol kritiek, twijfel, ontkenning en positivistische zelfgenoegzaamheid: - een naturalistische wereld! Die vlucht uit zijn tijd zou in zijn latere, niet meer zo genotzuchtig-esthetisch-eclectische boeken vooral een vlucht naar de katholieke middeleeuwen worden. De kern van hetgeen zijn toekomstige bekering, die zich omstreeks 1893 zal voltrekken, al aankondigt, is te bespeuren in de slotalinea van ‘A rebours’: ‘Ah! le courage me fait défaut et le cœur me lève! - Seigneur, prenez pitié du chrétien qui doute, de l'incrédule qui voudrait croire, du forçat de la vie qui s'embarque seul, dans la nuit, sous un firmament que n'éclairent plus les consolants fanaux du vieil espoir!’ De stijl van Huysmans moge in zijn manier niet nieuw zijn geweest, in de toepassing van die manier heeft hij ertoe bijgedragen, een nieuw litterair tijdperk in te luiden. Hij inspireert zich op het decadente Latijn.Ga naar eind120 ‘Comme Flaubert avec la phrase, Huysmans lutte avec le mot. Il vise à l'épithète déroutante.’Ga naar eind121 Valéry zegt: ‘Le point important est celui-ci. Huysmans a préparé, sans s'en douter, la transmutation du Naturalisme en Symbolisme, conséquence fatale d'un travail de style poussé à l'extrême, d'une sorte de majoration systématique de l'expression. On arrive fatalement, lorsqu'on cherche avec obstination à rendre le réel, à abuser des valeurs et des contrastes de mots. La rhétorique ultra-pittoresque, l'épithète de plus en plus forte et lointaine, les images de plus en plus denses et de plus en plus particulières, tout ceci finit par transformer la vérité follement poursuivie et lui substitue l'excitation poétique... Je veux dire que l'éclat et le jeu même du langage deviennent le principal intérêt des œuvres aux dépens des choses représentées... Il n'y a pas loin de ce mode d'écrire à celui qu'avait conçu Mallarmé... Huysmans a peut-être eu plus d'influence qu'aucun autre écrivain de son école.’Ga naar eind122 In ‘Là-bas’ (1891) beschrijft Huysmans de zwarte mis en andere satanische praktijken, die men, in die tot een kinderlijk occultisme neigende tijd zeer au sérieux nam, getuige ook | |
[pagina 71]
| |
een auteur als (‘Sar’) Joséphin Péladan.Ga naar eind123 In Huysmans' ‘En route’ (1895) en ‘La cathédrale’ (1898) - ik noem zijn boeken onvolledig - is veel van de geschiedenis van zijn eigen bekering te vinden. Een enorme invloed voor het katholieke réveil in de litteratuur heeft ook gehad het in 1892 verschenen werk ‘Le latin mystique’ van Remy de Gourmont, een meesterlijke studie van de middeleeuwse, na-klassieke kerklatijnse poëzie. De voorrede van Huysmans begint met de woorden: ‘Il paraît que la jeunesse littéraire devient mystique.’Ga naar eind124 Huizinga, Jolles en Jan Kalf getuigen, hoezeer dit boek van waarde is geweest voor hun ontwikkelingGa naar eind125, en reeds in december 1892 wijdt Alphons Diepenbrock er een geestdriftig opstel aan. |
|