Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde
(1962)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd20Deze zich bij Kloos voordoende tegenstelling van een romantische gemoedsinhoud, gepaard aan een geestesstructuur, die litterair een objectiverend-realistische benadering meebrengt, vindt men ook bij een van de meest curieuze en typische prozaschrijvers van Tachtig: Arij Prins. Zijn hoofdwerk, ‘De heilige tocht’, geeft een beeld van gebeurtenissen gedurende de kruistochten. ‘Wat nu evenwel deze tafereelen zoo ongemeen treffend maakt, is niet zoozeer de nieuwheid van des schrijvers voorstelling der Middeleeuwen, - die voorstelling is eigenlijk de gewone, ietwat romantische, - maar het is de schrikbarende werkelijkheid, die deze voorstelling verkrijgt door de buitengewone, de vizioenaire felheid van dit temperament.’Ga naar eind86 Arij Prins was geen bohémien zoals de meeste andere Tachtigers, maar een zakenman. Ik knoop daar geen ver-strekkende gevolgtrekkingen aan vast, maar misschien waren zijn indrukken daardoor trager en meer continu. Van zijn vijfentwintigste tot zijn vijfenveertigste jaar, van 1885 tot 1905, woonde hij in Duitsland (Hamburg). Hij debuteerde onder het pseudoniem A. Cooplandt met een bundel naturalistische schetsen ‘Uit het leven’ (1885). Maar later veranderde hij van manier en riep met veel suggestieve middelen van taalklank en prozaritme middeleeuwse taferelen voor de lezer op waarbij vooral het aanschouwelijk maken van kleur- en lichteffecten een van zijn middelen was om een realiteit uit te beelden.Ga naar eind87 De naturalistische koel-onbewogen schildering van de kleurloze, banale, platte, lelijke, grauwe, gewone, | |
[pagina 48]
| |
alledaagse maatschappij uit de tijd der opkomende grootindustrie kon Prins niet langer bevredigen. Maar in zijn op middeleeuwse stof berustende boeken ‘Een koning’ (1897) en ‘De heilige tocht’ (eerste druk 1912, tweede druk 1913) houdt hij op andere manier hetzelfde realiteitsgehalte, dat Coenen dit werk dan ook doet kwalificeren als ‘retrospectief realisme’.Ga naar eind88 Immers, werkelijkheidszin berust niet altijd op gebrek aan voorstellingsvermogen. Bij de grote creatieve realisten berust het concrete, exacte detail integendeel op de scheppende verbeelding, maar de dienende functie van die verbeelding is daar, de werkelijkheid zo dicht mogelijk te benaderen.Ga naar eind89 Ik kom nu terug op Arij Prins, bij wie het door de kunstenaarsverbeelding levend geworden detail zo een grote rol speelt. Er zit bij hem bijna iets paradoxaals in de methode waarmee een boek als ‘De heilige tocht’ werd geschreven: de de-realiteit-oproepende uitdrukking van een volkomen innerlijk aanschouwde werkelijkheid. Zes jaar, van 1905 tot 1911, werkte hij aan dit boek, nadat hij zich, - uit Duitsland terug -, weer in Nederland had gevestigd. Een werkwijze zo moeizaam, dat ze aan die van Flaubert herinnert. Sterker was op Arij Prins de invloed van de twaalf jaar oudere Joris-Karl Huysmans, met wie hij correspondeerde, die hij bezocht en door wie hij veel Franse collega's leerde kennen, onder wie Edmond de Goncourt, Léon Bloy, Edouard Dujardin. Na zijn terugkeer in Nederland werd Arij Prins directeur van de Goudsche Kaarsenfabriek, die reeds aan zijn vader had behoord. Overdag moest hij zich geheel aan zijn zaken wijden, hij kon alleen 's avonds zich zetten aan zijn litterair werk. Een enkel antiek voorwerp, een ganzeveren pen of een tinnen kroes, een oud perkament of een fonkelend juweel lag dan vóór hem op het bureautje, waar hij, bij het lamplicht in de huiskamer, temidden van zijn gezin, aan zijn roman over een kruistocht werkte. Hij werkte op zo'n avond drie, vier uur, maar produceerde zelden meer dan een regel of drie, vier per avond, wat niemand verwondert die dit zo uitvoerig bewerkte proza bestudeert. Dat enkele authentieke | |
[pagina 49]
| |
voorwerp op zijn schrijftafeltje was voor hem het uitgangspunt om in zijn geest de schat aan exacte en concrete middeleeuwse details op te roepen die hij kende, en waaraan dat boek zo overrijk is. Nóg overheerst daarin de realistische benadering, maar reeds is hier een kleine eerste stap gedaan in de richting van een nieuwe romantiek. |
|