Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde
(1962)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd14Ik zal in het volgende nagaan, waarom de beweging van Tachtig een realistische beweging moet worden genoemd, en hoe met de groep Verwey en de generatie van 1910 een romantische tegenbeweging begon die zich in de latere ontwikkeling voortzette. Dit alles ook in verband met de vroegere buitenlandse ontwikkelingen. Waar de uitbeelding een sterker drijfveer is dan de bezinning, de aanschouwing sterker dan de beschouwing, daar ontstaat een realistische houding. De Nieuwe-gidsbeweging was van zulk een houding de nieuwe uitdrukking. Toch moet men, zoals ik reeds eerder heb opgemerkt, steeds voor ogen houden, dat deze en de romantische houdingen alleen in mengvormen voorkomen.Ga naar eind39 De beweging van Tachtig heeft de natuur opnieuw ontdekt; zij is dus extravert. Prof. dr. N.A. DonkerslootGa naar eind40 acht, mijns inziens ten onrechte, de vernieuwing van onze litteratuur in 1880 de uiting van een romantische beweging. Hier is naar mijn mening de hoofdgedachte fout, maar dit was in zijn dissertatie en er dient opgemerkt te worden, dat hij op later leeftijd anders hierover is gaan denken. Men moet hier goed onderscheiden: wanneer een groot dichter van liefdespoëzie | |
[pagina 33]
| |
als Willem Kloos of als zijn grote voorbeeld August von Platen in de liefde vooral het ontoereikende ervaren heeft, een poging om te ontkomen aan de realiteit die zij zelf zijn, wanneer voor hen de liefde het in het leven als vervulling onbereikbare is, dan is dat ongetwijfeld een romantische trek. Maar daarom kunnen zij dat romantische gevoelsgegeven nog wel op een realistische wijze benaderen en verwerken in hun poëzie.Ga naar eind41 Essentieel is niet het (in de conventionele terminologie) romantische onderwerp van dit werk, maar de innerlijke structuur ervan. Die structuur wordt natuurlijk weer door de aard van de dichter bepaald. Onderwerp en structuur staan hier dus tegenover elkander en in dit geval is de structuur wel degelijk realistisch. Het de-werkelijkheid-ontvluchtend, en daardoor romantische gevoelsleven dier dagen wordt in de litteratuur als een realiteit, en met een scherp gevoel voor werkelijkheid weergegeven. Reeds in 1877 wijst J.J. van Santen Kolff in ‘De banier’ op het ontstaan van een streven, naar waarheid leven, natuur en mens uit te beelden, zoals ze zijn, en hij noemt deze kunstuitingen realistisch. Als vertegenwoordigers van deze richting noemt hij onder andere Multatuli, Flaubert, Emile Zola, Alphonse Daudet.Ga naar eind42 Een sprekend voorbeeld van zo een schijnbare tegenspraak, van een tegenspraak alleen bij een te oppervlakkige beschouwing, is het werk van Gustave Flaubert. Zijn hele œuvre is een steeds weer andere variatie op het thema van het afwijzen van de werkelijkheid. Naar aanleiding van Flauberts roman ‘Madame Bovary’ schrijft Jules de Gaultier een interessant boek, ‘Le Bovarysme’.Ga naar eind43 Hij verstaat onder dit woord ‘Le pouvoir départi à l'homme de se concevoir autre qu'il n'est.’ Dat is dus de grondslag van een breuk met de realiteit. Het werk van Flaubert lijkt, in de zin van mijn definities, romantisch. Maar dit is slechts schijn. Deze afwijzing van de werkelijkheid is met zóveel werkelijkheidszin uitgebeeld, zó objectiverend en op een afstand, is zo kritisch waargenomen, - dat de structuur van het werk duidelijk realistisch is. En daardoor is Flaubert ook een van de grote vernieuwers van | |
[pagina 34]
| |
het proza of liever van de prozastijl van zijn dagen. Louis Bertrand beschrijft de methode van Flaubert aldus: ‘(...) l'artiste doit se borner à représenter, à refléter les formes, les faits et les idées, indépendamment de ses opinions préconçues, de ses haines, ou de ses sympathies instinctives. Et voila déjà une première différence entre lui et les romantiques(...)’Ga naar eind44 Het veroordeelde Flaubert tot een levenslange slavenarbeid: het martelaarschap van de met ijzeren wilskracht nagestreefde objectiviteit. Bij hem was de schrijver ‘présent partout, visible nulle part.’ De schrijver wilde nergens concluderen, want dat zou de werkelijkheid hebben vervalst. Bij de eerste ontmoeting van Kloos met Frans Erens ging het gesprek over Gustave Flaubert; ook Arnold Aletrino blijkt deze schrijver, bij een ontmoeting kort daarna, te bewonderen.Ga naar eind45 Dit werpt toch wel een licht op de neigingen en achtergronden van de beweging van Tachtig. Bij Flaubert is het nog niet eens zozeer de inhoud die romantisch is (nog daargelaten de mijns inziens onweerlegbare these van Tachtig, dat vorm en inhoud één zijnGa naar eind46,) maar meer alleen de stof, het gegeven. Want de structuur van zijn geest en van zijn werk zijn realistisch. Flaubert zette met enorme moed, geestkracht, volharding en offerzin zijn persoonlijkheid in, want zijn realisme was een persoonlijke verovering op de gangbare romantiek. Deze crisis van de romantiek zou op een of andere manier de eeuw ook verder blijven kenmerken. Het naturalisme begon op te komen. |
|