Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde
(1962)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd8De door mij als werkmethode bij het litteratuuronderzoek bij voorkeur gebruikte onderscheiding romantiek-realisme is in hoge mate vergelijkbaar met een tweedelige grond-indeling van de menselijke geestesstructuur, en daarmede van de menselijke beschaving, aangewend door prof. dr. K.A.H. Hidding.Ga naar eind12 Hidding betoogt ongeveer het volgende: ‘Tegenover het participerende denken staat het objectiverende denken, tegenover het totalitaire het critische, tegenover het monistische het dualistische, al naar gelang de mens zich identiek met of gescheiden van de werkelijkheid acht en al dan niet bewustzijn met zijn vereenzelvigt. De eerstgenoemde groep van denkwijzen kan men, in het algemeen gesproken, als con- | |
[pagina 18]
| |
servatief beschouwen, de tweede als revolutionnair, deze termen in de eerste plaats cultureel genomen, maar dan natuurlijk ook min of meer in staatkundigen zin. Hoewel er altijd strijd is geweest tussen de dragers van deze tegengestelde geestesstructuren, een strijd die “in de modernste vormen van godsdienst, wetenschap, kunst, wijsbegeerte, politiek of economie nooit tot rust komt”, zijn beide denkvormen correlaat, onderling afhankelijk en, anthropologisch gezien, in den mensengeest één, zodat zij samen gaan. Juist doordat zij nooit onvermengd voorkomen, ontstaan de spanningen die het menselijk geestesleven dynamisch en levend houden.’Ga naar eind13 Wanneer de geest zich onbevredigd gaat voelen doordat hij niet zijn neiging tot bespiegeling kan volgen wijl zijn hele bewustzijn gericht is op weerspiegeling van de waargenomen wereld, ontstaat een romantische gesteldheid. Deze ontstaat niet enkel uit de vermoeidheid van oog en zinnen. Zij kan ook voortkomen uit overmaat van emotie of uit eigenzinnige, eenzijdige wilsspanning van de geest. Romantiek is daar waar de gevoelsrichting of de intellectuele opvatting met haar spanningen de natuurvormen aantast. Het duidelijkst wordt dit zichtbaar in stromingen als het expressionisme, het unanimisme, het simultaneïsme; in figuren als Paul van Ostayen, Bertolt Brecht, Jules Romains, John dos Passos en H. Marsman. De romantiek zoekt de eenheid en ervaart het wereldbeeld als eenheid. Toen Albert Verwey zich van ‘De nieuwe gids’ had afgewend en na lang zwijgen zich in de bundel ‘Aarde’ op zijn ware natuur bezon en zich vernieuwde, dichtte hij:
Als 'k u zo lief niet had, mijn aarde, zou ik
Zo niet begeere' u in een droom te vieren,
Maar al uw steden en al uw revieren,
En bos en berg graag in één beeld beschouw ik.Ga naar eind14
|