Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde
(1962)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd3De historische beweging van het Realisme vindt men voor Frankrijk verdienstelijk beschreven in Albert Thibaudet: ‘Histoire de la littérature française’, derde deel (La génération de 1850). De term Romantiek is gebruikelijk voor een bepaalde periode in de litteratuurhistorie, ontstaan in opstand en reactie tegen het Classicisme. De feiten zijn overbekend: In Duitsland gebruikt Friedrich von Schlegel de term al ongeveer in 1797 als karakteristiek voor de nieuwe beweging. Samen met zijn broer August Wilhelm gaf hij in Jena het tijdschrijft ‘Athenaeum’ uit, dat een belangrijke rol vervulde bij de opkomst van de Duitse Romantiek. Bijzonder lezenswaard is ook het geestige en nog steeds boeiende ‘Die romantische Schule’ van Heinrich Heine, dat hij in 1833 heeft voltooid maar waar hij nog twee jaar aan heeft verder gewerkt. Ik verwijs ook naar Ricarda Huch: ‘Die Blütezeit der Romantik’ (1899) en ‘Ausbreitung und Verfall der Romantik’ (1902). In Frankrijk is F.R. Chateaubriand aan het begin van de eeuw de grote voorloper. Stendhal gebruikt het woord Ro- | |
[pagina 10]
| |
mantiek in 1818; het duikt ongeveer tegelijkertijd in Engeland op. De Franse Romantische school vormt zich in 1823 in de kring rondom Charles Nodier, en nog doelbewuster in de zogenaamde tweede Cénacle in 1829.Ga naar eind5 Aan dit litterair-historische tijdvak van de Romantiek en de groepen schrijvers, wier generatie haar vormden, herinner ik alleen, om er mij in zeker opzicht van te distanciëren. Als ik de term romantiek gebruik, slaat hij niet terug op de geschiedenis maar bedoel ik een theoretisch begrip. Ik gebruik het woord in een globale betekenis. Tegenover de evenmin historisch opgevatte term realisme drukt romantiek, nu met een kleine letter geschreven, typologisch gesproken een streven (of een neiging) uit naar een begrenzen, vertekenen, bestrijden of ontvluchten van de werkelijkheid. |
|