Verzamelde gedichten(1968)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 129] [p. 129] Ne iteretur ‘Wat in de kinderjaren Het harte boeit en tooit,’ Daar lig ik naar te staren Nu de oorlogskerstmis dooit. O lieve Lovelingen, Virginie, Rosalie, Konden wij samen zingen Van die melancholie! Maar dat is uitgesloten; De tijd is anders nu: Ik loop in zeven sloten Wanneer ik denk aan u. Wat in mijn kinderjaren Ik domweg heb veracht, Heeft mij nu in gevaren En haast ter dood gebracht. En nooit, o Lovelingen, Vergeet ik liefde of haat - Maar daarvan kan 'k niet zingen, Want beter nooit dan laat. Vorige Volgende