Verzamelde gedichten(1968)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] Pessimist aan de vooravond van zijn nadagen Alle twijfels, lang verdrongen, Angsten, aan zijn keel gesprongen, Vinden nu zonder bezwaar Hem en daarin ook mekaar. Hij zegt: ‘Voor zeven pakken sunlightzeep Brengt men zijn evenmens om zeep. Zuiver slechts wie zonder alle Strijd om enig welgevallen, En het liefst ook zonder meiden, Is dat ietwat te vermijden, Heel alleen en inactief, Monomaan in elk beminnen, Moet van voren af aan beginnen.’ ‘Wie alles verlaat vindt in vaders huis’ Een safe-loket in een brandvrije kluis. Eenmaal, op een koude dag, Denkt hij aan zijn graf. Hij zegt: ‘Straks is 't over,’ Maar dat lukte nimmermeer: Zijn gestel was al te teer. Negen maanden foetus zijn valt ook niet mee, Maar daarna begint een groter wee - Zijn zeer ervaren onvermogen Kwam het leven niet te boven. Vorige Volgende