Verzamelde gedichten(1968)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 98] [p. 98] Projectie Hoe traag de vlucht zij naar een gebied zo uitgestorven Dat er geen vogel leeft boven het zwijgend gesteente, (Vóórdien grijpen de steden toe: het jeugdlang verworven Weten van het gevoel scheurt het hart, dort het gebeente) - Eens bereiken we, samen en stil, de steile kammen Van een gebergt' waar, onder een hemel als uitgesleten, Ons het besef, dat het pad hier ophoudt, zal verlammen, Ons, wanhopig, leeg, onverschillig terneergezeten. Keert een oud geloof aan het werklijk bestaan der dingen In het verbaasd gemoed? Want met onze laatste krachten Bevechten we, vreesloos hardnekkig, de duizelingen Die tot onze harten de vratige diepten brachten: Van eindlijk bewustzijn doorlicht, waar eens nevels hingen. Vorige Volgende