Verzamelde gedichten(1968)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] Het twee-enig einde De wereld die ik, maar een hartklop lang, Beeld van mijn wezen maakte en maatgezang Van mijn ademen, zal met mij verzinken, Wankel als ik, ongeloofwaardig blinken Van tijdelijke zon. Nu komt de nacht En wordt haar schijn ten snelle dood gebracht. Vaarwel, leeg spinsel dat mij eens omhing: Wij sterven samen, uit de schemering Zal van ons beiden geen andere dag Meer opkomen. Reeds seint de zwarte vlag Des nachts dat alles er niet is geweest. Stemloos gekeeld als een gebonden beest Val ik, en jij, mijn wereld, valt met mij. Wij waren één; één Niets neemt nu ons bei. Vorige Volgende