Verzamelde gedichten(1968)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] Nocturne Boven de asftalten mensenstad Kermt sidderend een hoge stem - Daar waait verwording grotelijks, Zwirlend als as en droog en dor Dwars door het wezenloos gesnor Als enig onomstotelijks. Schuin achter rengelende tram Hokt een brok maan in ijzren krat. Ik tel de late sterren aan De duizelende leegten uit - Vergeefs bleef dit met vrouwelijk Geduld moeizaam en trouw volbracht Leven: welk snel en onverwacht Stormen versloeg het rauwelijk? Mij rest als dierbaar enige buit Een grondloos niets en zonder naam; Eindlijke val in de eigen aard: Geboorte van een moede God - Want alle bloed vergankelijk Vervloeit, stroomt uit en gaat te niet, ...Of keert, en zich in zich weer giet: Crypt van behoud onwankelijk. Wat mij vervreemdde van mijn lot Bleef in die samenhang bewaard. Vorige Volgende