leon, maar minder duurzaam, van bijna een werelddeel.
In u heeft een mens met een onverzettelijkheid als uit graniet, door blinden hartstocht gedreven, het bijna ondenkbare volbracht en een tableau gegeven van zijn medemensen, zo vol, zo rijk en verscheiden en grandioos, dat iedere generatie er nieuwe bewondering uit zal putten en nieuwen verbaasden eerbied, maar er ook een nooit geheel te exploreren bron in zal vinden van kennis en wijsheid, van weten en begrijpen. De wereld is gezien met excessiviteit en alleen in haar uitersten, maar deze romantiek werd gedragen door een werkelijkheidszin, die ook het ongeloofelijke aannemelijk en vanzelfsprekend maakte.
Deze brandende eerzucht is uw enige eerzucht geweest; de koorts van dezen slopenden mijnwerkersarbeid, tegelijk onmenselijk en bovenmenselijk, en die u maar vier uur slaap per etmaal overliet, was uw grootheid. De kreet van die grootheid klinkt door alle generaties.
Hij klinkt uit uw titanisch werk, uit de tachtig delen die, meer dan een geslacht of een periode, een menselijken kosmos bevatten. Hij dreunt ons toe uit het machtige beeld van Rodin waarin gij als een gehallucineerde slaapwandelaar achter uw onsterfelijken droom aan schrijdt. Hij lacht en schreit en jubelt en treurt uit de onoverwinnelijke leefkracht en leefdrift van uw ontelbare creaturen, uw scheppingen, die ons meer bijblijven dan tientallen lieden die wij dagelijks ontmoeten. U is de wereld in een grootse visie ontsluierd geworden, een van uur tot uur stand houdend visioen.
En dat gij ons op uw beurt dat visioen hebt geschonken, in een zwoegen dat u tot de laatste vezel heeft verteerd, in een creativiteit die u letterlijk even noodzakelijk was als het ademhalen, daarvoor zijn wij zo dankbaar, dat een chroniqueur uit het bleke geslacht van dezen kouden tijd naar de pen grijpt om u en zichzelf te feliciteren met het feit, dat voor anderhalve eeuw in het schrijfhandwerk een man werd geboren, ergens in Touraine, even concreet als verslonden door een droom, veelvoudig en woelziek als de Homerische zee en op wien het woord genie toepasselijk is, zonder dat iemand ter wereld daartegen bezwaar kan maken. Een geweldenaar, een natuurkracht, een onvergelijkbaar phenomeen, dat de letterkunde ver te buiten ging, een man die van het centraal menselijke reikte naar alle periphere gebieden van den homo sapiens.
Uit de spanningen van een tijd die, veelszins in neergang verloren en aarzelend tastend naar houvast en nieuwe normen, zijn