inspireerde maar toch wel in haar soort oorspronkelijke Vlaamse poëzie hem terecht in de waardering van na den eersten wereldoorlog - in ons land in de kringen van De Gemeenschap en De Stem - een in die periode vooraanstaande plaats had verzekerd. De wedergeboorte in Joachim was even onverwacht als opmerkenswaardig. Dit boek met zijn fijnen satyrischen inslag, een tikje symbolisch, maar net niet genoeg om de wijsgerigheid te doen overheersen over de levende uitbeelding, was een in zijn klassieke soberheid prachtig staal van Nederlands proza van grote allure. Compact, gedrongen; gedragen door die zacht ironische levenswijsheid die aan Anatole France herinnert, maar bitterder, verbetener, moderner; critisch ten opzichte van de gevestigde en gecanoniseerde waarden der zedeleer, maar vol menselijk meeleven in de met vaste, harde contouren neergezette figuren zal dit werk, als ik mij niet zeer zou vergissen, zijn plaats behouden in de letterkunde van het Nederlandse taalgebied.
Tot dezelfde slotsom ben ik gekomen na lezing van Telemachus in het Dorp. De ik-figuur, in wie duidelijk een maximum aan autobiographische gegevens is verwerkt, verhaalt van de kleine mensen en de kleine gebeurtenissen in het dorp, waar hij als kind woonde en is grootgebracht. Hij doet dit met een minutieus besef voor de intieme nuances in het zieleleven van zijn personen, de schoolmeester, de gemeente-secretaris, de pastoor, zijn oude grootmoeder en andere dorpsfiguren. Men voelt hier, dat hoezeer ook van binnenuit de personen en gebeurtenissen benaderd zijn, en hoezeer ook de verteller met innige banden vastzit aan zijnjeugd, hij voldoende afstand heeft kunnen nemen om met een onnavolgbaren galgenhumor, die aan Elsschot herinnert, met een onbarmhartig penetranten blik als waarmee Walschap zijn dorpsbewoners placht te bekijken, en op duizend mijlen afstand van de lyrisch-elegische stem van Maurice Gilliams zijn verhaal te doen.
Hier spreekt geen egocentrisme of rancune meer mee, deze schrijver is als een levensphilosooph onttogen en ontheven aan zijn bittere jeugdervaringen. Maar niet zo, of hij vertelt op den ontroerenden toon van wie het leven diep doorleefd heeft en met den serenen glimlach van den kunstenaar iets daaruit ongekwetst heeft gered.
Is deze fijne en nooit echt cynische humor toegankelijk voor een groot publiek? Ik kan het niet beoordelen, maar ik hoop het.