pen en tot ongestrafte mishandelingen of min of meer uitgebreide lynch-partijen aanleiding geven. Ook iemand aan wiens uiterlijk niet het geringste van zijn afkomst te bespeuren is, doordat hij slechts 1/64ste of 1/128ste neger is, wordt, wanneer zulks bekend is, als een volledige neger beschouwd.
Het is niet mogelijk, de ontwikkeling van dit conflict in dezen omvangrijken roman hier ook maar uit de verte te volgen. Het komt er op neer, dat de genoemde hoofdpersoon, kapitein Kingsblood, zich gedwongen voelt, de negers uit zijn stad en hun problemen en levensomstandigheden beter te leren kennen. Hierdoor wordt zijn weerzin tegen de behandeling, waaraan zij blootstaan, steeds sterker en uiteindelijk, nog aarzelend maakt hij na langen tweestrijd zijn afkomst bekend en schaart zich geheel aan hun zijde. Niet alleen vernietigt hij hiermee zijn positie als geacht burger, zijn betrekking aan de bank, zijn huwelijksgeluk en de toekomst van zijn dochtertje, maar ook stelt hij zich nu bloot aan de hevigste vervolgingen, daar hij weigert te verhuizen uit het huis dat zijn bezit is in het villapark. Naar aanleiding hiervan ontstaat een oproer en vuurgevecht, waarbij hij gearresteerd wordt en zijn ‘blanke’ vrouw zich mede wenst te laten arresteren.
Reeds de al te korte en eenvoudige en schematiserende weergave van de gecompliceerde gebeurtenissen uit dezen roman doen den lezer zien, dat het hier zuiver om een ethisch beginsel gaat, en dat de gehele tragedie veroorzaakt wordt door het morele solidariteitsgevoel van Kingsblood met het volk, waar hij van vaderskant van afstamt. Niets deed hem als een neger kennen en niemand kon de waarheid vermoeden, maar hij wenst op den duur niet den smaad te dragen van een door brute overmacht en botte conventie als minderwaardig beschouwd gedeelte van zijn zelf te verloochenen. Hier is dus het negervraagstuk uitgebeeld in zijn vorm van assimilatie-probleem, als de vraag in hoeverre het verantwoord is, ten koste van de waarachtigheid, zich anders voor te doen, te verzwijgen wat men is, aan de omgeving gelijk te worden en te trachten er in op te gaan, ook al laat men daarmee zijn achtervolgde rasgenoten in den steek.
Voor den lezer springt de parallel met het Joodse vraagstuk in het oog. Natuurlijk zijn er, historisch en politiek en sociaal,