Gomperts geheelonthouder?
Naar aanleiding van zijn optreden bij de culturele manifestatie der studenten is destijds in een der weekbladen in een polemiek, waarvan ik mij overigens niet veel herinner, den heer H. Gomperts verweten, dat hij ten aanzien van de kunst een ouderwets ethisch standpunt innam en padvinders-idealen huldigde. De heer Gomperts antwoordde, meen ik, dat hij niet zijn eigen opvattingen maar die van den auteur Forster had weergegeven.
Nogmaals, ik herinner mij de feiten zo weinig nauwkeurig dat het best kan zijn, dat ik ze onjuist heb meegedeeld, waarvoor ik mij dan bij voorbaat verontschuldig. Maar van belang is ook niet zozeer, of nu juist dit is gezegd, als wel dat een representatief woordvoerder ener jongere generatie de letterkunde, evenals in, laat ons zeggen, 1860 toch weder aan ethische postulaten onderhevig ziet. Van hem is dit niet te verwonderen. Hij was een adept van Forum, debuterend in Forum, tot zichzelf gekomen in den Forum-tijd. De cultus der persoonlijkheid, destijds door dit ons tijdschrift geponeerd, bracht vanzelf met zich mee een niet in het aesthetische maar in het morele zetelenden maatstaf der kunstbeschouwing. Want zelfs indien men onder dat morele geen gangbare zedeleer verstaat, bleef toch de eis van de zo onthullend mogelijke uitdrukking van de oorspronkelijke persoonlijkheid en het is aan geen twijfel onderhevig dat deze menselijke eis tevens een ethische is.
Een ruim gebied van de kunst wordt daardoor echter uitge-