zijn vrijwilligen dood, - heeft moeten doorbrengen.
De krampachtige en extatische impulsiviteit, kenschetsend voor den expressionnistischen kunstenaar, alsook het vele persoonlijks, dat Toller heeft meegemaakt en doorleden, verklaren de kleine zwenkingen en ongelijkheden in zijn stemming, zijn meningen, zijn werk; aan de eenheid der grote lijn van zijn leven hebben zij niet afgedaan. Die eenheid was mensenliefde, maar gestuwd en bedwongen door een politieke overtuiging, welke vanzelf de grenzen van zijn kunstenaarschap moest aangeven. Zie zijn stukken: zij willen den kreet der massa, de exaltatie der individuen, de taak van den mens in een verzinkenden tijd uitbeelden, honger, burgeroorlog, inflatie, celstraf, oproer. Noch bij hem, noch bij zijn litteraire geestverwanten bestond de eerzucht of het verlangen (of het ...kunnen), psychologisch levende mensen te beelden. Toller's figuren zijn schema's, symbolen, woordvoerders van de conflicten en inzichten des schrijvers; de massa wordt menigmaal als een koor uit een Griekse tragedie. Deze geestesgesteldheid, deze formule en dit actuele aspect zijn terug te vinden in al zijn stukken: Wandlung (1918), Masse Mensch ('21), Die Maschinenstürmer ('22), Der Deutsche Hinkemann ('23), Der entfesselte Wotan ('26), Feuer aus den Kesseln (30), Hoppla wir leben ('27). Zijn succes was tijdelijk overweldigend, maar alleen mogelijk in de toenmalige geestelijke en culturele tijds-conjunctuur. Toch kwamen er reeds tegenkrachten op; het protest der Deutsch-völkische jeugd bij de vertoningvan Hinkemann was zo hevig, dat alleen Piscator nog Toller's verdere stukken waagde te spelen.
Toen deze conjunctuur voorbij was en eindelijk het grondsop voor de goddelozen goed duidelijk kwam bovendrijven, was het natuurlijk ook met Toller en de romantische, idealistische dromers van zijn litterair milieu gedaan. Deze veelal weltfremde dwepers, met hun meest eerlijke, maar nutteloze mensenliefde, begrepen te laat hun vergissing, waarvan ik in den aanvang van dit stuk sprak. Toller en de zijnen zijn later, door de teerhartige reactie van rechts, tegenover een goedgelovig, misleid of geterroriseerd publiek als echte bloedhonden voorgesteld. Niets geeft voor mijn gevoel een ontroerender kijk op de menselijkheid van Ernst Toller dan de volgende, nooit bekend geworden gebeurtenis, waarvan ik de mededeling aan Gerth Schreiner te danken heb. Zij staat opgetekend in de proces-acten betreffende den moord op Kurt Eisner, die met twee schoten in het achterhoofd door den stil nadergeslopen Freiherr von Arckel gedood werd.