De bond van Nederlandse toneelschrijvers
Opgemelde roemruchte pionniersorganisatie heeft, naar ik uit een dagblad verneem, met grote opgewektheid in De Mercuur te's Gravenhage zijn vijftienjarig bestaan gevierd. De feestrede is gehouden door den heer August Heyting, zulks ten overstaan van een door den Ned. Kunstkring gezonden groot bloemstuk. ‘De bond’, aldus verklaarde, mag men den dagbladen geloof schenken, de heer Heyting, ‘blijft nog steeds de motor, die de beweging voor den opbouw van een eigenlandsche tooneelcultuur aandrijft.’ Ik van mijn kant voeg daaraan toe: onder de olie (van August Heyting), die voor die opbouwbeweging de paardekracht van den motor leverde - onder den spoorslag van deze stookolie, indien ik mij zo uitdrukken mag, heeft de B.v.N.T., ja, ik ga verder, heeft in het bijzonder de heer August Heyting, de beweging aangedreven, - en aangedreven tot de beweging - voor een (hoehietdatookweer?) eigenlandse toneelcultuur (ik verstond toch: cultuur?), dewelke vreemdlandse culturen zo mogelijk nog royaal in de schaduw stelde.
‘Een volledige samenwerking’, vervolgde de heer Heyting, nog altijd volgens het dagbladverslag, - ‘een volledige samenwerking der kunstenaars met inbegrip van de pers, zooals voor een eigenlandsch tooneel noodig is, komt moeilijk tot stand.’ Vrage: sluit het begrip van de pers voor de eigen-, Neder-, Zuid-Hol-, vreemd- en plattelandse kunstenaars ooit de zo volledig maar moeilijk tot stand komende samenwerking der kunstenaars, inbegrepen die zonder begrip uit? Neen immers! Welnu dan. Ik beschouw deze uiting dan ook, eerlijk gezegd, als een slag in de lucht, vergeeflijk door de emotie van het ogenblik en de aanwezigheid van de eigenlandse en speciaal de Westlandse pers.
Laat ik echter niet voorbarig zijn met mijn conclusies, want de heer August Heyting ging aldus voort: ‘Een snelle gang van zaken is daarom van den beginne af door den bond nooit verwacht.’ Dit klinkt geruststellend. Het zou anders toch maar op teleurstelling uitgelopen zijn, August! Want gij en de uwen moogt in De Mercuur in uw eigengemaakten en eigenlandsen, om zo te zeggen huishoudelijken, stralenkrans schitteren, op de planken doet gij dat minder. Aangezien gij niet gespeeld wordt. Maar 15 jaar is niet zo lang in het licht der eeuwigheid en men moet niet te spoedig wanhopen.
Hoort nu de verdere feestrede des opperdramaturgs van den bond der niet-versagende eigenlandse toneelschrijvers: ‘In deze