In het algemeen kan men zeggen dat deze poëzie de overgeleverde zegwijze heeft vereenvoudigd zonder haar te vernieuwen; maar ook zonder haar dan in haar oude gedaante die van binnenuit door diepste zielskracht gedicteerde ‘Einmaligkeit’ mee te geven, welke - zie de verzen van Bloem - zich in de gewoonste woorden kan uiten.
Daarbij komt, dat de beeldspraak er wel eens geheel naast is, gelijk reeds aanstonds in het eerste gedicht, Illusie, waar de metaphorische vereenzelviging van de illusie met de geliefde vrouw toch al te ver doorgedreven wordt, waar het heet:
O, mijn illusie - - - - -
die 'k uit uw zakdoek meedraag - - -
Technisch hindert vrij dikwijls een zwaar aankoersen op een heerszuchtig en te weinig inventief rijm. Lelijk zijn ook de talloze ‘hiaten’ door een niet gelieerde stomme e, en de andere stroeve plekken in den klank (b.v. door een onmuzikale opstapeling van medeklinkers). Voorts vindt men herhaaldelijk metrische vrijheden welke, hoezeer sinds lang bij jongeren in zwang, in een voor het overige zo traditionele prosodie toch in den grond slechts dan versterking in plaats van stoornis betekenen, zo ze verantwoord zijn door den klemmenden dwang van het rhythmisch móéten. Bovendien grijpt de auteur veelal naar te faciele en voor de hand liggende woordverbindingen. ‘Klare oogen’, ‘teeder mint’, ‘kostbre schat’, ‘vuige logen’, vier afgezaagdheden in één gedichtje - waarlijk: precieuze woordkunst en gezochte, overfijnde adjectieven kunnen irritant vermoeiend zijn, maar hier heeft de dichter zich gewoonweg van zijn werk afgemaakt, toen hij al te lui met de epitheta ornantia der gebruikelijke termen genoegen nam! Door zich niet voldoende te concentreren gaf hij hier slechts cliché's.
Tegen nog iets anders moeten wij opkomen. De oosterse kwatrijnvorm - welke in dezen bundel veelvuldig wordt gebruikt - is een in zichzelf afgesloten eenheid; het is daarom onjuist en tegen zijn aard, het kwatrijn strophisch te verwerken. Nu blijft men bij 's-Gravesande telkens in het onzekere, of het zijn bedoeling was dit laatste te doen, dan wel of men te doen heeft met naar het onderwerp onder één titel gerangschikte doch overigens als afzonderlijk op te vatten kwatrijnen. Dan had dit echter beter ook typografisch verduidelijkt kunnen worden. Hier en daar kan men zich inmiddels niet aan den indruk ont-