| |
| |
| |
Verlitteratuurd fascisme
Evenals Duitsland, heeft ook Frankrijk zijn dolkstoot-legende. Volgens deze heeft Frankrijk, dat weliswaar den oorlog gewonnen had, den vrede verloren, en dit door de baatzucht en minderwaardigheid der civiele leiders, die met een te weinig Frankrijk's belangen behartigend verdrag genoegen namen, en dit ontoereikende verdrag bovendien nog onuitgevoerd lieten.
Van deze, niet enkel in rechts-radicale kringen verbreide opvatting uit is de roman van Philippe Barrès geschreven. Het gegeven is eenvoudig. Een jong officier komt uit den oorlog terug, en verbindt zijn leven aan dat van een vrouw die hij liefkrijgt. Zij is een edel voelende, bijzonder schone vrouw, die ook voor hem een oprechte en grote liefde gevoelt. Toch leidt deze verbintenis den jongen soldaat tot den ondergang, ondanks den vasten wil van beiden om haar met hun beste krachten te dienen. Want er is nu eenmaal een onoverbrugbare afgrond tussen deze twee jonge mensen: de afgrond die bestaat tussen al wie in den oorlog gevochten heeft, en die volkomen andere wereld, die degenen die jong ten strijde trokken bij hun terugkeer aantreffen. ‘De mannen’, heet het ergens in den roman, ‘die ik in den oorlog voor ogen heb gezien, bij Verdun en elders (...), die mannen heb ik in vredestijd nergens teruggevonden op de belangrijke posten van de politiek of het zakenleven.’ Maar het zijn niet alleen degenen die een maatschappelijke rol van enige betekenis vervullen, die door de teruggekeerden niet meer begrepen worden. De oorlog, die een onverwoestbare kameraadschap onder de gelijkgezinde deelnemers, voorzover zij waarlijk den loopgravenstrijd meemaakten, tot stand bracht, was een isolerende ervaring tegenover iederen anderen mens, hetzij man, vrouw, kind of grijsaard. Met dezen was elke gevoelsverwantschap, elke diepere verstandhouding, onmogelijk geworden. De verwijdering, die dit besef allengs tussen den jongen officier en zijn geliefde, na hun aanvankelijk geluk, tengevolge heeft, voelt de eerste als een smadelijke nederlaag tegenover de zo gehate ‘civiele’ wereld: tegen deze in heeft hij zijn idealen, zijn karakter, zijn
zienswijze, - dit alles wat toch nauw met zijn sentiment voor deze vrouw was verbonden - niet kunnen doorzetten en bevestigen. Zelfs zij, die hij zo hoog stelde, behoort in den grond tot de ‘anderen’. In de diepste eenzaamheid van dit inzicht maakt hij een eind aan zijn leven.
Het romantische en enigszins leerstellige van deze materie is op
| |
| |
een daarmede overeenkomstige wijze bewerkt. Naar inhoud en techniek vertoont de auteur zich in dezen roman een goed zoon van zijn vader. Beiden missen spontaneïteit.
Het is van belang, bij dit tekort aan onmiddellijke ontroerbaarheid een ogenblik stil te staan.
De verwantschaps-, gemeenschaps- of genegenheidsgevoelens, ontstaan uit een door de natuur gegeven collectiviteit (stam, volk, gezag, gezin, familie, arbeidsgemeenschap), zijn in hun aard en ontstaan spontaner, onmiddellijker en instinctiever dan die, welke uit een persoonlijke betrekking voortkomen. Deze laatste zijn individueler gekleurd, gedifferentieerder en, vergelijkenderwijs gesproken, oorspronkelijker. Al naar gelang de in een bepaalde tijdsorde overheersende kunstopvattingen zullen derhalve de eerste of de tweede categorie der hierboven geschetste gevoelens als het geschiktst worden beschouwd om grondstof tot letterkundige werkzaamheid aan te dragen. De ene litteraire gedachte vindt steun tegen afwijkingen, die het psychisch evenwicht bedreigen, in de genormaliseerde, algemene gevoelsgewoonten. De andere heeft de wortelen die elders dan in het begrip persoonlijkheid verbonden zaten, losgemaakt voor critische onderscheiding, onbevangen waarneming en vrijheid van traditie. In den ontwikkelingsgang van de menselijke cultuurgeschiedenis vervult beurtelings elk van beide een vernieuwende functie.
Nu is het merkwaardige bij de familie Barrès - Philippe, de zoon, en Maurice, de vader, vertonen als schrijver frappante overeenkomsten, ondanks het verschil in generatie - dat hun nationalistische gevoelens niet zozeer het spontane, instinctieve, natuurlijke vertonen waarvan hierboven sprake was, doch veeleer een beredeneerde basis lijken te hebben. Wij kunnen dit verschijnsel als een curiositeit signaleren - er de diepere oorzaken van na te sporen zou ons hier te ver voeren. Eén aanduiding moge volstaan: de vraag, of de afkomst van de familie Barrès uit Elzas-Lotharingen hier misschien een rol speelt. Heeft dit grensgebied der ‘bastions d'est’ wellicht een ‘grensgevoel’ in deze litteratoren gelegd; kan misschien in deze streken het nationale bewustzijn, hoe sterk en onverzettelijk ook, eerst van een redenering uit tot stand komen vanwege de bijzondere problemen, die aan haar geschiedenis vastzitten? Altemaal veronderstellingen, die wij slechts terloops kunnen aanroeren in verband met het raisonnerende element der beide generaties Barrès. In den zoon vinden wij de droge en enigszins dorre elegantie
| |
| |
van den zinsbouw van Maurice Barrès uit diens latere jaren terug. Wij vinden - hoewel in geringer mate bij Philippe dan bij Maurice - denzelfden hartstocht, die geen natuurdrift, maar de passie is van een intellectueel, wiens reacties meer door bezonnen doorzettingsvermogen dan door gedachteloze leefkracht worden gevoed, en die zijn meningen evenzeer op constructies als op overtuigingen bouwt. Dit nationalisme, bij al zijn dikwijls redeloze overdrijvingen en heftigheden klaarblijkelijk gegrondvest op een oudere beschaving, een ouder volksbewustzijn dan b.v. het Duitse, geeft zich, bij vader en zoon, bij voortduring scherp ontledend rekenschap van een genuanceerd gevoelsleven; het is critisch en individualistisch. Philippe Barrès is derhalve een figuur, die in ons tegenwoordig tij dsbeeld min of meer vereenzaamd komt te staan.
Behalve in Les Princes lorrains van Albert Thibaudet, is de eigenaardige gestalte van schrijvers vader wellicht nergens scherper en onbarmhartiger, doch tevens met meer piëteit in de erkenning van haar wezenlijke waarde, ten voeten uit geschilderd dan in de meesterlijke studie, die Henry de Montherlant hem in zijn bundel Aux Fontaines du Désir heeft gewijd. Nu is het opmerkenswaardig, dat De Montherlant een meer dan uiterlijke verwantschap met den in zijn essay behandelden auteur, en in nog veel sterker mate met diens zoon Philippe, te zien geeft, wien hij stellig ten voorbeeld heeft gestrekt. Wij vinden in Philippe Barrès' roman een zekere neiging tot een plechtstatige en verheven uitdrukkingswijze, die ook in Henry de Montherlant soms hindert, maar bij dezen laatste door het vlekkeloze van zijn proza wordt vergoed. Ook Barrès' stijl, die fors en gespierd is, maar niet vrij van rhetorische gezwollenheid, hangt tezeer als een weinig nauwsluitend kleed om het medegedeelde, om niet verouderd en weinig overtuigend aan te doen. Hij deelt mee inplaats van weer te geven, maar zonder het indirecte van dit procédé door de eenheid van een strak volgehouden toon, trant van mededeelzaamheid te rechtvaardigen.
En toch, een natuurlijk en innig contact tussen natuur (landschap) en cultuur valt daarbij niet te ontkennen, een vanzelfsprekend en volledig samengaan van den historischen zin der Europese beschaving met de genuanceerde ontvankelijkheid voor de kwaliteit, het aspect en de atmospheer van het locale.
Storend in dezen roman, waaraan noch documentaire noch litteraire waarde valt te ontzeggen, is het artificiële, dat behalve in de taal ook in de op zichzelf verdienstelijke maar juist iets te
| |
| |
gechargeerde uitbeelding van de jeugd der uitgaande hoogste kringen in het Frankrijk van na den vrede tot uiting komt, terwijl wellicht ook de al te veelvuldige toespelingen op letterkundige geschriften van deze kunstmatigheid getuigen, in een nationalisme, dat altijd meer program en opzet dan halfbewust resultaat ener organische ontwikkeling, en nooit vrij is van militaristische romantiek.
Ongetwijfeld zit in de argeloze en prachtlievende oorlogsverheerlijking van een De Montherlant een factor van grootse, hoezeer dan verwerpelijke natuurkracht. De bestanddelen van primitieve driften en duidelijke infantiliteit, die het eveneens bevat, komen bij Philippe Barrès duidelijker aan den dag dan bij hem, omdat Barrès hen met meer overwogenheid te motiveren zoekt, veeleer dan hen naïef te vertegenwoordigen. Veel, van wat, ondanks alles, bij den eerste litteratuur is geworden, bleef bij den tweede, helaas, alleen nog maar litterair. Al was het alleen maar, omdat bij hem de ideologie van zijn gevoel van eer te dogmatisch toegepast wordt volgens zekere sportieve spelregels, en de sombere, verscheurde passie van De Montherlant tegelijk meer ruimheid kent tegenover tegenstanders en op meer onomwonden erkenden twijfel is bevochten.
Voor de oud-strijders in Ainsi que l'Albatros, waarmede Philippe Barrès - hij is een leider der fascisten in Frankrijk en was zelf 24 jaar oud toen de oorlog uitbrak - zich vereenzelvigt, is de vrede een minderwaardig begrip. Met idealistischen blik ontwaart hij vooral geestelijke hoogheid in hun karakter en opvattingen. Deze zijn voor zijn gevoel doorleefde ervaring, en dit is het wat, ondanks de hier uiteengezette bezwaren, den roman interessant maakt en tevens tragische vergissing. De volkomen ontredderde ongeschiktheid voor de samenleving, de teleurgestelde, a-sociale mengeling van meerder- en minderwaardigheids-gevoelens, waarmee de jonge soldaten dezer generatie, bijna nog als kinderen ten oorlog getrokken, onherroepelijk geschokt en vervreemd in een ongekende, onverschillige en gistende maatschappij terugkeren, waarin voor hen geen plaats is, doet een maniakalen haat tegen den ‘arrière’, de burgerlijken en thuisblijvers, aan wie hun latere rampen worden toegeschreven, tot grondslag van heel hun verdere ontwrichte levens worden. Deze tegenstelling zal, onbegrepen, en door belanghebbenden aangewakkerd en in stand gehouden, ten zeerste tot radicalisering der sociaal-politieke verhoudingen, naar links en naar rechts, bijdragen.
| |
| |
De wording van dit alles werd reeds zichtbaar in La Guerre à vingt ans, het levendige maar eveneens iets te verlitteratuurde en oneenvoudige oorlogsboek, dat Philippe Barrès aan dezen roman vooraf deed gaan; de gewordenheid zien wij evenzeer in de in Ainsi que l'Albatros uitgebeelde mentaliteit als in de mentaliteit, waaruit het geschreven is.
Het is de inlichtende waarde van boeken als deze, bij alle verschil in den grond toch zo gelijkend op de litteratuur over het ‘Hinterland’ van deze generatie, die met Glaeser e.a. in Duitsland werd ingeluid, die dit boek vooral zijn speciaal en groot belang verleent.
1933
Philippe Barrès, Ainsi que l'Albatros. Paris, Librairie Plon, 1933 |
|