heidsgevoel, verbeelding en schoonheidsbehoefte levend, daar telkens mee in strijd komt, een strijd voor haar goed recht, waarbij zij natuurlijk steeds aan het kortste eind moet trekken. In het klein leren wij hier dan ook de kinderwereld zien als dezelfde onverzoenlijke en pijnlijke psychologische tegenstrijdigheid tussen individu en collectiviteit, welke ook den volwassene is ingeschapen, die daartegen inmiddels in een redelijker ontwikkeld gemeenschapsbesef een tegenwicht heeft gevonden.
Zuur is het boek, ik zei het, maar nergens harteloos; met de dappere wijsheid van den humor wordt het verdriet overwonnen door het, overal kinderlijk blijvend, inzicht in de lachwekkendheid van de mensen en toestanden, die alle nuttige, noodzakelijke en gerechtvaardigde opwellingen van het jonge gymnasiastje, dat de vertellende persoon is, belemmeren, beknotten en te niet doen. Ongetwijfeld zal menig nurks en degelijk Nederlander dit meisje een onverdraaglijk, onbetrouwbaar, lui, leugenachtig en onhandelbaar kind vinden. Maar hij heeft ongelijk. Wie zich de ontdekkingen van dezen tijd op het gebied van het kinderlijke zieleleven heeft eigen gemaakt, niet zozeer uit theoretische geschriften, doch door eigen waarneming, weet, dat het wanbegrip en de waanwijsheid der volwassenen de schuld zijn.
Wij zouden hier echter door de rijke ervaring van het innerlijk van het kind niet zozeer getroffen worden, als niet de voortreffelijke litteraire verbeelding van de schrijfster deze zo levend, overtuigend en echt voor ons gemaakt had. Men wordt meegenomen in een spheer, die overal boeit en soms ontroert, en elke bladzijde doet ons glimlachen, omdat wij onszelf herkennen, zoals we eens waren. De wrangheid is niet benepen, maar komt juist uit een ruim en menselijk invoelen voort; de geestigheid is nergens opzettelijk, maar zij doortrekt het ganse werk op de natuurlijkste wijze: zij amuseert steeds, ook waar zij met den bijsmaak van verongelijktheid en wrok is vermengd.
Het werk van Mary Dorna heeft een anecdotisch te noemen inslag, welke inmiddels nooit op het pittoreske om-zichzelfs-wil gericht is, maar veeleer uit een sterk ontwikkeld gevoel voor humor voortkomt. Die humor heeft tot functie een verweer der persoonlijkheid tegen de conventionele en vervlakkende overmacht der samenleving - de titel van haar tweede bundel, Onmaatschappelijke Voorkeur zegt het reeds.
Het leven moge in dezen bundel meer in het vluchtig ogenblik