waarmerk der behandelde materie, vaststellen, dat, naar geest en vorm, de eerste gebondenheid, de laatste vrijheid zoekt. Zodat blijkbaar in beide een onbewust streven uitgedrukt wordt, te ontkomen aan het gegeven punt van uitgang: den eigen zielestaat. Dit verklaart misschien, dat met betrekking tot den ontwikkelingsgang van de nieuwere dichtkunst, de jong-katholieke groep zich vooruitstrevend, die van De Vrije Bladen reactionnair vertoont.
Tegenover het concreet directe der overigen lijken de jongkatholieken rhetorischer. Maar wat beide richtingen gemeen hebben, is de invloed van Marsman's poëzie. En door dezen heen kwam, vreemd genoeg, zelfs iets van Holst's metaphysica en Buning's protestantse mystiek in het vocabularium der roomse dichters terecht. - Het zij dan, dat gijlieden enkele schone religieuze verzen gemaakt hebt, wierp in een polemiek over nieuw katholieke poëzie een rooms dichter een niet-roomsen kunstbroeder tegen, deze beelden, deze voorstellingen, deze gevoelens zoudt gij daartoe niet hebben kunnen aanwenden, zo niet eerst òns geloof die ontworpen had en tot vastheden gemaakt. Hierin schuilt al dan niet waarheid, maar dit doet aan het curieuze feit niet af, dat de bedoelde beelden, voorstellingen, gevoelens, in dézen vorm eerst langs den zonderlingen omweg van de niet-katholieke poëzie in de katholieke doorgedrongen zijn. De wederzijdse invloed is zo sterk, dat onverminderd het hierboven geschetste kenmerkende verschil tussen de beide groepen, hun beider overigens onderscheiden conventies alle twee door een gemeenschappelijke conventie-in-woordkeuze beheerst worden.
grenzend aan het Paradijs
zegt Wijdeveld in het eerste gedicht van den bundel, maar met een stem die aan Marsman's stem herinnert. Wat maakt het uit, dat Marsman zijn paradijzen aan de voorstellingen van de katholieke geloofsleer ontleent, wanneer jonge katholieke dichters althans wat de techniek hunner verzen betreft, de hunne... aan hem ontlenen?
Voornamelijk in metrisch vrije, doch rijmende verzen, heeft Gerard Wijdeveld een onbelemmerde gevoelsuitstorting in de bewegingen van een weinig gebonden rhythme verwoord. Hij is een bedeesd, zacht dromer in de schemergebieden van gevoel, beeld, gedachte; maarjuist deze gebieden zouden groter exact-