en mij, al liet hij mij tekenles geven, al kreeg ik zijn oude frakken en dassen, al ben ik nooit door een opzichter geschopt. Hij is mijn vijand en ik zweer, dat ik zijn bloed zien wil, zoals hij zich gebeten heeft getoond op mijn bloed. Hij was mijn vijand, voordat ik geboren werd, hij was het al, toen hij mijn grootmoeder en moeder van zijn voorganger kocht... -
De generaal, die met het hoofd naar de grond gekeerd had zitten luisteren, humde een keer en keek op.
- En... je vader? Wat was hij? -
David wachtte een seconde met antwoorden. De stilte was gespannen, maar David zag, dat alleen Massou die spanning begreep, want de zware oogleden van den stokvechter knipperden.
- Ik heb mijn vader niet gekend, citoyen général... -
Victor Hugues was opgestaan. Hij stiet Massou, die zwaar en roerloos was blijven staan als voorheen, tegen de arm.
- En...? Heeft David gelogen? -
Het leek, of zich pas nu de spanning in Massou slaakte. Hij ademde hard en hoorbaar en toen hij antwoordde, klonk zijn stem David heel anders in de oren:
- Het lijkt me, dat hij de waarheid spreekt, mussieu'... -
- En je beschuldiging? -
Massou sloeg de ogen even neer en hoestte.
- Ik heb niet geweten, mussieu', wat David gisteren op het herenhuis overkomen is, ook niet van de zweepslag... Ik geloof, dat daardoor alles verandert... -
Hugues knikte veelzeggend.
- Je hebt het gezegd, Massou... Citoyens - (hij keerde zich naar de twee andere blanken), wat dunkt u van het geval? Is David een spion? -
De generaal maakte een gebaar, alsof hij eigenlijk al veel te lang met de zaak bezig geweest was, en in elk geval van het spreken van een oordeel verschoond wenste te blijven. Chrétien, op wiens houtige trekken zich kleine, dwarse rimpels