Verzen(1932)–Theun de Vries– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] Kleine liederen voor clavecymbel [pagina 27] [p. 27] [De geniën die hoog en stralend vliegen] DE GENIËN, die hoog en stralend vliegen, nijgen hun tochten naar de schemeraarde en gaan te loor in late grijze wolken. Nachtschaduwen bezoomen 't vergezicht. Er zwerven dooden om verlaten dorpen. Driftige stroomen stollen zwart en traag. Nu mijmrend rood de gloed der herfstdag breekt bloedt Christus' hoofd aan 't kruishout in de dorens en huiverend bevreemden overvalt ons - angstig verdooven wij ons hart in slaap. Vorige Volgende