kwam. Hij vrijde, wanneer het er tijd voor was - des Zondags, zoals hij dat van zijn jongensjaren af naar boerenzede had gedaan, en zoals het hem gerechtigd voorkwam. Het was simpel, en het bond niet, als men dikwijls wisselde. En die gemakkelijke eenvoudigheid en vrijheid lieten hem de speelruimte om te denken en na te leven, wat voor hem van het meeste belang was. Vroeger had men in de streek altijd over zijn ongehuwde staat gemompeld - ‘elk jaar een ander liefje, met zoveel geld is dat ook makkelijk’ -; het was het wantrouwig misprijzen en misgunnen van een zelfgekozen voorrecht bij deze bevolking, die gewend was aan jonge huwelijken, en de vrijgezellenstaat alleen erkende in overbevreesde of overlichtzinnige naturen.
Het was een soort duistere ingeving, die Herre, den bewonderden en benijden vrijer, naar Antje Adzers dreef. Hij wist van haar geld. Het geld trok hem. Hij had naast het onaanzienlijke meisje in de herberg onder de groene en oranje feestslingers gezeten, en na het sluiten van de kroeg met haar in het gras gelegen, de halve duur van de warme nazomernacht, totdat de dauw rillende witte netten over het gras en tussen de slootkruiden spon. Zij kon niet vrijen; het gaf hem een ongekend leedvermaak, met haar onervarenheid te sollen, stug en links en afhankelijk als zij bleek. Hij zag, dat hij haar in zijn macht kon krijgen, als hij dat wilde; en zij was rijker dan hij. Maar het spel had hem spoedig verveeld, en hij had bij het afscheidnemen niet gevraagd, of hij haar des Zondags thuis mocht komen opzoeken.
Een blunder? Ja, hij had later bij tussenpozen de angel van de spijt voelen steken; er was een kans in zijn leven verspeeld, die niet terug zou keren, zo dacht hij toen; de Eisinga's en Antje Adzers zelf zouden hoogmoedig genoeg zijn, om hem te weren, na deze al te grove versmading...
De gedachte aan de fabriek en het kapitaal, dat welkom en nodig zou zijn, bracht Herre weer spijtig in herinnering, dat Antje nog bestond, ongehuwd, rijk, lelijk, vol hulpeloze verdrongen verliefdheid. Bij de herinnering keerde