aan, de losse knoop gaf mee, hij hield de bonte, goedkope lap katoen in zijn hand. Hij gooide ze voor de voeten van de lijfeigene neer.
‘Anna Timofejewna,’ zei hij, ‘er zijn dingen die niet kunnen worden geduld... overtredingen waarvoor geboet moet worden. Je bent schrander genoeg om dat in te zien, wie weet duidelijker dan ik... Ik heb je bij een vorige gelegenheid gezegd dat ik je naakt wilde zien. Wat toen een wens was maak ik vandaag tot een bevel. Ik beveel je je uit te kleden.’
Het was stil in de kamer, op het knetteren van de kaarsvlammen, het trippelend getik van de pendule en de gesmoorde zucht na die de metgezel van de dorpsoudste had uitgestoten. Kankrin was roerloos, ook de glimlach op zijn gezicht (zo voelde hij) kreeg een bevroren afwachting terwijl hij zijn macht aan die van het meisje mat. De twee lijfeigen boeren die zich koest hielden als standbeelden deerden hem geen zier. Hij had zijn plannen met hen, het zou de wraak alleen zoeter maken. Hij zei toen de jonge vrouw zich niet bewoog op korte, waarschuwende toon: ‘Uitkleden, Annoesjka.’
Hij stak onverhoeds een hand uit en greep de halsboord van Anna Timofejewna's jakje. Hij gaf er een snelle ruk aan, er scheurde iets. Een ogenblik verscheen er een glimp in de blik van het meisje dat op schrik of angst leek. Het kwam en was verdwenen. Annoesjka deed een stap terug waardoor ze zich van Kankrins hand bevrijdde, wierp het hoofd achterover, nam Kankrin uit kleinere, zwartere ogen op en begon toen, zonder deze verhevigde blik van de landheer af te nemen, haar jakje los te knopen.
Fjodor Kirillowitsj bespeurde in zich een hinderlijke, onvoorziene tegenstrijdigheid. Hij had de indruk dat het meisje zich helemaal niet voor hém uitkleedde toen zij het jakje afgooide en het grove hemd tot op de heupen neerstreek. Haar schouders, borsten en armen waren naakt. Hij zag het en tegelijk leek het hem dat Anna Timofejewna zich uitkleedde als was zij thuis en alleen en bezig te gaan slapen. Kankrin kon niet uitleggen wat er gebeurde, maar hij werd er zich bewust van dat de onthulling van Annoesjka's lichaam middels haar eigen onverschillige hand zijn toeleg verstoorde. Hij keek snel en tersluiks naar de twee boeren; zij stonden sullig en lomp als voorheen op hun plekje en hielden het hoofd gebogen of zij ieder aandeel in wat hier gebeurde van zich wezen.
Kankrin voelde zijn glimlachje wegslinken toen Anna Timofejewna de band van haar rok losmaakte. Een volbloed merrie, ja, bij de duivel! De vleselijke pracht van haar tors en de volle, lichtbruine borsten, de taille die met uitheemse zwier boven haar buik en lange heupen inwaarts welfde