Opdracht
Dit is geen boek voor vakgeleerden, respectievelijk schriftgeleerden, maar voor belangstellende leken zoals ik er zelf een ben. Van jongs af aan gefascineerd door de wederwaardigheden van ketters en het ogenschijnlijk bizar karakter van vele ketterijen, leerde ik bij nadere kennismaking in velen van hen de revolutionaire voorlopers zien van latere sociale bewegingen. Zij hebben vrijwel altijd een protest betekend tegen de aanmatiging van de autoritaire staat, een breekijzer in de muren van de feodaliteit. Zij hebben de gewetensdwang van de georganiseerde christelijke Kerk op vele manieren getrotseerd. De mens als ketter is niets menselijks vreemd. Ketters kunnen beurtelings beeldenstormer en geestdrijver, libertijn of stille in den lande zijn. Zij zijn altijd op zoek naar de waarheid, waarbij dan blijkt dat het wezen van de godsdienst dat men zoekt niet anders is dan het wezen van de mens zelf dat ontdekt wil worden. De ketter legt een overtuigingskracht, een opoffering en een heroïsme aan de dag die in veel gevallen de geschiedenis hebben bevleugeld. Geschiedenis die wij met Hegel opvatten als een progressie in zelfbewustzijn en die met Marx als het grote doorgangshuis waar alle menselijk willen en botsen dient om ons naar een eindelijk gehumaniseerde samenleving te leiden. Een wereld zonder ketters is er een van verstarring in de conformiteit. Meer dan over individuele ketters gaat dit boek dan ook over ketterij als volksbeweging. In de kracht van die opvolgende, soms ook gelijktijdige bewegingen ligt de continuïteit met alle vernieuwingsdrift van gisteren en vandaag.
Tussen het schrijven van ander werk door heb ik mij vanaf het einde van de jaren zestig bezig gehouden met de kettergeschiedenis, en die volgens mijn eigen inzicht naverteld. Mijn kettergeschrift eindigt met de Hervorming van de zestiende eeuw, ‘de ketterij die aller ketterijen einde’ schijnt te zijn en de naadloze rok van de Kerk doormidden scheurt. Het protestantisme, resultaat van een saamgebalde sociaal-godsdienstige omwenteling, gaat voortaan zijn autonome weg naast en tegen de oude Kerk.
Tot de vier hoofdrichtingen die in de reformatorische revolutie aan de dag treden behoort die van de dopers. Van hen mag ik mij, zij het niet meer in religieuze zin, een nazaat noemen. Als eerbetoon aan die afkomst van getuigers en vervolgden draag ik dit boek op aan de nagedachtenis van mijn doperse grootouders.
Uilke Reitzes Dijkstra |
(1821-1894) |
Martje (Martzen) Alles van der Wal |
(1834-1914) |
|
en |
|
Theunis Gerrits de Vries |
(1843-1920) |
Willemke Sjoerds van der Wal |
(1845-1929) |