Boomen.
NIet verr' van 't Vleck Trebur, in Catzenellebogen, stond, voor den laetst-begonnenen Duytschen Oorlog, (en veelligt ook noch) een Appelboom, die alle Iaar, op Kers-nagt, Appelen droeg. Indien 'er een goed Iaar voor handen was, so warense so groot als een Boon; hebbende de volmaakte gedaante van Appelen, met bloeysel en steel: Maar in middelmatighe of quade jaren warense niet groter als Erweten. Yeder Iaar kreeg den gedagten Boom syn bloemen en Appelen op ouden-stijlsche Christ-nagt, in een eenige uyr tijdts, waar op d'Inwooners van die plaats met sonderlinge vlijt agt gaven. Voorts droeg hy op d'andere tyden des jaars wilde Houtappelen. Dit alles heeft den hoogh-welgeboren Heer, Heer Balthazar Galler, Vryheer tot Swanenbergh, Heer tot Wasen, Raed van sijn Keys. Maj. nevens verscheydene Keur-Mentzische en Hessen-Darmstadsche Raden, met eygene ogen in een Kersnaght gezien, en aen den Gheleerden Martinus Zeilerus dierbaar betuyght, waaragtig te sijn, uyt wiens Historisch handbuch (in't Iaar 1655. tot Vlm uytgegeven) wy dit vertaalt hebben.
In't Land Timochaim (grensende tegen't Noorden aan Persien) wascht de Sonneboom, die seer groot en dik is. De bladeren sijn op d'een sijde wit, op d'ander groen. Daar hy staat, sal men in honderd Italiaensche Mylen weegs geen ander geboomt vinden.
In't nieuwe Kasteel Blanckenburg is, in't midden van de Plaats, een hoge Steenklip, waar ontrent het minste zap of voghtigheyd niet gevonden werd. Evenwel staat op dese harde en dorre Rots een groten groenen en regt-levendigen Boom, een Linde gelijck sijnde. De wortel gaat, door een enge spleet der gedagte Rots, van boven af geheel na beneden, even als of deselve dese harde Klip allenxen zig had doen van malkander verdeelen.
Voor't Slot Augustus-burgh, in Meyssen, is noch in t Iaar 1629. een Lindeboom te zien geweest, om welken men 70. Taefelen heeft konnen decken. De grote Lindeboom te Basel is inde rondte 315. voeten dik. Te Welaw in Pruyssen heeft een Eyck ghestaan, die van binnen hol was; in welcke een Ruyter, te Paard zittende, zigh met het zelve heeft konnen wenden en keeren.