d'Uytgelesenste Wonderen, en bysonderste Seldsaemheden eeniger Landen en Volckeren in America, Asia, en Africa

Alkair.

EEn bovenmaten maghtige Stadt in Aegypten [eertijdts Memphis genoemdt, daar Pharao sijn Hof hieldt] is, met de Voorsteden, wel vijfmaal soo groot als Parys in Vranckrijck, en onghelooflyck Volckrijck. Hier syn over de 15000. Gaarkeuckens, daar men daaghlycks allerley gesodene en gebradene spysen veyl heeft: Want d'Inwoners bereyden selden de kost in hun eygene Huysen, wyl hier een seer groot gebreck van hout is, soo dat het

[p. 113]

by't gewight verkoght werd. Veele Kocks lopen oock door de Stad om, dragende grote Vyer-pannen op hun hooft, over welcke allerley Spijs aen Speten gebraden werdt. Als nu yemand wat koopen wil, soo settense de gedaghte Vyer-pannen neer, en laten yeder, voor een redelijcke prijs, uytkiesen 'tgeen hem best behaaghd.

In dese Stadt syn 22000. Kercken en Capellen; oock 24000. Straeten, die alle Nagt gesloten werden. 't Slot waar in de Soudaan syn Hof houd, is, in syn bevang, wel soo groot, als een middelmatige Stad. Men moet door elf ysere Poorten ingaan, die alle met Lijfwaghten beset sijn, eermen tot den gedagten Sondaan komen kan.

Hoe groot een meenighte volcks dese Stadt in sigh besluyt, is daar uyt af te neemen, dat binnen deselve, inde Pest-tyd des Iaars 1476. somtyds op eenen dagh 20.22.24. ja 26000. Menschen gestorven sijn: Welck getal der Doode den Soudaan daaghlijcks overgelevert moest werden. Deese sterft duerde 3 Maenden langh, en men bereeckende, dat de Lijst der Doode over de vier-en-twintigmaal hondertduisent bedroeg, 'twelck voor yeder straat noch maar honderdt Menschen in dien gheheelen tijdt, of anders yeder dagh, d'een door d'ander gereeckent, maar een Mensch was, wijl drie Maenden weinig min als hondert dagen uytleveren. Want elcke dagh in yeder straet een Mensch, is inde honderdt daegen (die de sterft ontrent duerde) in yeder straet honderdt Menschen, belopende op de 24000. straten, die de Stadt in sigh begrijpt, 2400000. Menschen. In't Iaer 1577. was'er ook soo een Pest-tijdt in Alkair, die binnen yeder vierentwintg uyren meer als vierentwintig duisend Menschen doodde.

In deese Stadt sijn over de 8000. Persoonen, die haar alleen geneeren, met water, op Kemelen, uyt de Nyl te haelen, en door de Stad te verkoopen. Hier sijn oock meer als 15000. Ioden, die zigh bevlytigen in allerley Handwercken en Koopmanschappen.

In yeder straat werd noch hedensdaegs maar eenerley Koopmanschap verkoght. Die, daarmen Goudt en Zilver veyl heeft, is wel ander-half uyr rydens langh. De Straat, daar men Kleynodien verkoopt, is noch veel langer. Voorts hebben Smeden, Kleermaeckers, Schoenmaeckers, en andere Ambaghten, yeder haar bysondere Straat. De plaats, daar de Gaarkeuckens staen, is groter als de Stadt Middelburgh in Zeelandt.