De visscherijen, geheeten het Vroon, ten jare 1433 aan de stad Leiden in erfpacht gegeven

verantwoording

gebruikt exemplaar

exemplaar particuliere collectie

 

algemene opmerkingen

Dit bestand biedt een diplomatische weergave van De visscherijen, geheeten het Vroon, ten jare 1433 aan de stad Leiden in erfpacht gegeven door Matthias de Vries, verschenen in 1858.

 

redactionele ingrepen

p. 1: op deze pagina is een kop tussen vierkante haken toegevoegd.

 

Bij de omzetting van het oorspronkelijke tekstverwerkingsbestand naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten.

 

[pagina I]

DE VISSCHERIJEN,
GEHEETEN HET VROON,
TEN JARE 1433 AAN DE STAD LEIDEN IN ERFPACHT GEGEVEN.

 

TAALKUNDIG ONDERZOEK,
DOOR
D^R. M. DE VRIES,
HOOGLERAAR TE LEIDEN.

 

LEIDEN,
E.J. BRILL.
1858.

 

[pagina II]

Zal men over den afstand van Stads regten handelen, zoo behoort men die eerst te kennen; wil men die kennen, zoo dient men de beteekenis der woorden, waardoor zij aangeduid worden, te onderzoeken.
Mr. H. Cock.

 

Wat staat er? ‘de visscherijen, geheten dat Vroon’. Wat beteekenen die woorden? daarvan hangt de beslissing der zaak geheel af.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Alles hangt af van de beteekenis van één woord, van den zin van ééne enkele uitdrukking; alles lost zich op in de vraag: wat is visscherij?
Mr. J.C. Faber van Riemsdijk.