| |
| |
| |
Hoofdstuk XVII
Dr. P. CAMPBELL, arts Genielaan 16, telefoon 2642 Semarang, Java, O.-Indië
Semarang, Woensdag 12 Febr.
Lieve Suze en Rudolf,
Dat was me nog eens een verrassing toen we vanavond op de radio jullie stemmen hoorden! We konden onze oren niet geloven en zelfs Vader, die door zijn werk toch zo'n gehard man is, kon zijn tranen niet inhouden. Wil je de jongens, die ons deze verrassing bereid hebben, hartelijk danken? Wij zijn hun veel verschuldigd en, zoals je straks zult lezen, kunnen we nu al een gedeelte van onze schuld inlossen.
De vorige week ontvingen we jullie aankondiging van de PCJ-uitzending en het antwoord op de bijbehorende brief hebben jullie al per K.L.M. ontvangen. Vol verwachting klopte ons hart, toen we ons vanavond met enkele kennissen om de Philips geschaard hadden. Het muzikale voorprogramma scheen ditmaal oneindig lang te duren, zo ongeduldig waren we om jullie te horen. Plotseling begon buurman Smit, de tandarts, in iemands kiezen te boren en weg was PCJ, zo knetterend stoorde de boormachine. Je begrijpt wat er gebeurde: Vader sprong meteen op uit zijn stoel en holde naar mijnheer Smit, dien hij vriendelijk maar dringend verzocht het boren een half uurtje uit te stellen. Gelukkig hield daarna het geknetter op en hoorden we den omroeper jullie reportage aankondigen. ‘Uniek in de geschiedenis van de radio’ noemde hij het, zoals jullie zelf wel gehoord zult hebben. Nu, je begrijpt hoe hoog onze verwachtingen gespannen waren!
Toen hoorden we straatgeluiden, die niet anders dan uit ons goeie oude Amsterdam afkomstig konden zijn en daarna weerklonken de ons zo dierbare klanken van het carillon van
| |
| |
de Westertoren, zoals Vader dacht. En toen, mijn lieve kinderen, toen gebeurde het wonder. Ik hoorde jouw eigen lieve stem, Suzelief, zo echt, zo levend of je bij me was. Je wàs bij me, je nam mijn hand en nam me mee naar binnen. Je praatte met me zoals je altijd met me praatte. Vertrouwelijk als vroeger, wanneer je bij me kwam om me een geheimpje in mijn oor te fluisteren, zo klonk je stem en ik vergat dat honderden of duizenden met me meeluisterden. Je bent niet ijdel en je zult het nooit worden, en daarom kan ik je met een gerust hart schrijven dat je geweldig was, dat je stem vol en melodieus klonk. Mijn moederhart klopte sneller en één ogenblik leek het, alsof die meer dan tienduizend kilometers oceaan, woestijn en vreemde landen ineengeschrompeld waren tot luttele meters. Ik was trots op mijn grote dochter, toen ik haar zo op de radio hoorde. En ook jij, Rudolf, wat sprak je flink en enthousiast! Die club, waarover je met zoveel enthousiasme geschreven hebt, leek me inderdaad iets geweldigs en weet je wat grappig is, Suze? Dat ik den voorzitter, Leo, over wien je zo enthousiast schreef (neen, krijg maar geen kleur) er dank zij jouw beschrijving meteen uithaalde. Nu ik hem gehoord heb, kan ik me je sympathie voor hem voorstellen, want zijn stem nam ons dadelijk voor hem in. Met spanning hebben we je rondleiding in de club gevolgd en hoewel ik van al die technische aangelegenheden geen verstand heb, kon ik toch begrijpen dat die Hobby Club op technisch gebied bijzonder veel gepresteerd heeft. Vooral die film-opname klonk erg interessant en wie weet, stuur je me nog wel eens een filmpje met jullie er op.
Over het geheel genomen was de reportage erg geslaagd en Leo, die immers de reportage bedacht heeft, heeft (lelijk eigenlijk, hè, dat twee maal heeft, maar ik bedoel 't goed, dat weet je wel) Leo heeft alle eer van zijn werk. Kennissen van ons en collega's van Vader, allen die wij kennen en er naar geluisterd hebben, waren opgetogen over jullie uitzending. Ik heb daarstraks telefonisch heel wat complimentjes voor jullie in ontvangst moeten nemen.
Mijn lievelingen, onze dankbaarheid voor dat emotievolle kwartiertje laat zich niet in woorden of in geld of in wat anders uitdrukken en het volgende moet je dan ook als een attentie aan de Hobby Club accepteren. Op de avond van de uitzending logeerde oom Wes toevallig bij ons. Je weet hoe oom Wes is: jong van hart en altijd bereid om voor de belangen van de jongere generatie op te komen. Hij genoot van
| |
| |
jullie uitzending en was vol geestdrift over de Hobby Club, die zoveel grootse plannen wil verwezenlijken en jullie zo gastvrij in haar kring heeft opgenomen. Vader vertelde naar aanleiding van jouw brief van de propagandafilm, met geluid nota bene, en dat vond oom Wes zo geweldig, dat hij het volgende aanbood.
Je weet dat oom Wes vóór de dood van tante Ina ook veel gefilmd heeft. Vijf jaar geleden, toen hij nog bij de topografische dienst was, heeft hij, ook in verband met zijn werk, een prachtige filmcamera, de Cine Kodak Special, en een 16-mm-projector gekocht. Nu die lieve tante Ina er niet meer is, filmt oom Wes niet meer en hij heeft ons wel eens verteld dat hij het zonde vond om die installatie ongebruikt te laten. Maar verkopen, dat kon hij ook niet over zijn hart verkrijgen en als serieus filmende jongelui hem zijn camera en projector ter leen hadden gevraagd, had hij dat zeker goed gevonden. Gelukkig voor jullie heeft hij zulke jongelui nooit ontmoet en nu, dank zij jullie uitzending, kent hij er plotseling een heel stel. En het verheugt me dan ook de Hobby Club te kunnen meedelen dat oom Wes zijn film-installatie voor het mooie doel graag beschikbaar zal stellen. Als de club 't wil, even een bevestigend briefje en dan kunnen de jongens er op rekenen, dat ze de camera met toebehoren en de projector binnenkort toegestuurd krijgen. Het royale aanbod van oom Wes zal ongetwijfeld in goede aarde vallen, te meer daar jullie schreven, dat de propagandafilm met een zeer eenvoudig opneemtoestel is gemaakt. Wel moeten de jongens van de Hobby Club beloven overal heel voorzichtig mee om te gaan, omdat het kostbare apparaten zijn, die niet defect mogen raken.
Weet je, wat ik deed toen oom Wes van zijn plannetje vertelde? Ik gaf hem een dikke zoen, op elke wang één, namens zijn nichtje Suze. Vind je wel goed, hè? Bij gelegenheid krijg ik ze wel van je terug.
Aan de Hobby Club merken we tot onze blijdschap, dat de ‘verdorven jeugd’, zoals sommige zwartkijkers jullie noemen, nog niet zo verdorven is. Jouw beschrijvingen er van, de reportage en vooral de krant, die je ons toezond, wekten onze grootste be- en ver-wondering. Wil je een abonnement voor ons nemen? En als jullie het blad in Indië wilt verspreiden, dan weet ik iemand, die dat met veel enthousiasme ter hand zal nemen, een patiënt van Vader, boekhandelaar en uitgever alhier. Enfin, dat berichten jullie ons nog maar.
| |
| |
Daar komt Vader, die nog een paar zieken heeft bezocht, thuis, zodat ik voor vanavond stop. Mijn grote dochter en grote zoon, met mijn gedachten bij jullie kruip ik straks onder de klamboe, nog vervuld van deze onvergetelijke avond.
Innig omhelsd en gekust door
jullie liefhebbende moeder.
- Oh, wat fijn! riep Suze uit, nadat ze de luchtpost-brief, die zojuist bezorgd was, opengesneden en gelezen had.
- Wat zal Fred blij zijn met die film-installatie! zei Rudolf, die achter zijn zusje gestaan en meegelezen had.
- En Dick met de mogelijkheid om de HOBBY CLUB in Indië te verspreiden! voegde Suze er aan toe.
- En Leo, die zal misschien nog het meest verrast zijn van allemaal, tenminste, als hij de brief mag lezen! plaagde Rudolf.
- Als we ze eens opbellen, zei Suze, en vroegen of ze vanavond hier kwamen? Dan kunnen oom en tante ook eens kennis met ze maken. Vindt U het goed?
Oom en tante vonden het best, mits de jongens niet met vijftig stuks tegelijk kwamen. Neen, dat was de bedoeling niet, alleen het bestuur. Gelukkig was het Vrijdagavond, zodat er niet al te veel huiswerk was. De telefoon deed haar plicht en tegen kwart voor negen zou het hele stel komen. Fred had gevraagd of Joosje mocht meekomen, dat zou ze wel leuk vinden.
Leo kwam tegelijk met Dick en onmiddellijk daarna kwam Fred met zijn zo zoetjes aan onafscheidelijk geworden wederhelft Joosje. Even later arriveerden de anderen, zodat het gezelschap compleet was. De jongens keken hun ogen uit naar het artistiek ingerichte huis. Overal hingen de mooiste schilderijen en stonden prachtige antieke meubelen, terwijl er een overvloed van beelden, vazen, glazen en bronzen lichtkronen en Perzische tapijten te zien was. Werkelijk, het leek wel een museum, maar dan veel gezelliger. Rudolf stelde de jongens voor aan zijn oom en tante en Suze gaf hun een plaatsje rondom de vrolijk-vlammende open haard.
Oom was een sensatie: een fors type met een markante, als uit graniet gehouwen kop, met doordringende ogen en krullend wit haar. Hij ging door voor een groot kunstkenner, die niet alleen veel geld verdiende, maar bijna evenveel geld uitgaf om jonge kunstenaars te steunen. Hij had zelf als jongeman een heel moeilijke tijd gehad en nu stond hij wijd en
| |
[pagina t.o. 272]
[p. t.o. 272] | |
De reportagewagen van de Hobby Club! pag. 295
| |
| |
zijd bekend als hèt toevluchtsoord voor berooide artisten. Meestal zat het huis vol met schilders, beeldhouwers en musici. Nu was het toevallig stil.
Tante was een lief, innemend vrouwtje, dat niets prettiger vond dan jonge mensen om zich heen te hebben en die dan flink te verwennen. De thee met twee schepjes suiker, zoals jongens dat graag hebben, de schaaltjes met chocola en borstplaatjes en de gul aangeboden sigaretten getuigden daarvan.
Toen de jongens van de Hobby Club zich een beetje op hun gemak voelden, vroeg Suze aan Fred of hij een brief van haar moeder wilde voorlezen. Fred vond het een beetje raar, maar voldeed toch aan het verzoek. Wat waren de jongens in hun schik, toen ze de loftuitingen op hun werk hoorden en Leo wist van verlegenheid niet waar hij zich bergen moest toen Fred met enige stemverheffing de passages over den voorzitter van de Hobby Club voorlas. Suze wilde Fred er op het laatste ogenblik van weerhouden het antwoord op haar ontboezeming voor te lezen, maar deze had er zoveel schik in dat hij zich niet aan haar stoorde. Achteraf vond ze 't toch wel leuk, dat Leo haar oordeel over hem gehoord had, al was het dan langs een omweg van 30.000 kilometer.
Zodra de brief over oom Wes' filmerij begon, ging Fred sneller lezen en plotseling hield hij op het hard-op te doen. Zijn ogen renden langs de regels en alle eerbiedige beleefdheid voor oom en tante vergetend, uitte hij een indianenkreet van vreugde.
- Neen, maar! stamelde hij. Weet je, wat Suzes oom ons aanbiedt? Een Cine Kodak Special, de beste 16 mm-camera ter wereld! Niet het meisje, maar de camera ‘mijner’ dromen!! De Special, waarmee je alles kunt doen, alle trucs en alle filmische effecten, die je vooruit- en achteruit kunt laten lopen, die je alle snelheden kunt laten draaien, waarmee je vliegensvlug van de ene lens op de andere kunt overgaan.... die krijgen wij ter leen, mèt een 16 mm-projector. Ik zal het jullie voorlezen.
- Wat een verrassing! Welk een vorstelijk aanbod!!
- En wat een bof in verband met de schoolfilm, zei Leo. Ik weet niet of jullie 't al weten, maar van de zomer viert de school haar vijftigjarig bestaan en binnenkort wordt onder de leerlingen, oud-leerlingen en ouders een geld-inzameling gehouden voor een waardig monument.... in de vorm van een film, die wij moeten maken. Wij op onze beurt gaan een prijsvraag uitschrijven voor het beste gegeven. Maar wat een
| |
| |
bof.... een goede film kun je pas maken op 16 mm. Ik weet niet of jullie oom daar in Indië in de suiker zit, maar een suiker-oom, dat is-ie! We zullen jullie ouders binnenkort een paar gesproken brieven, een paar gramofoonplaten van jullie tweeën sturen, en wie weet, misschien ook wel een filmpje, als Fred dat goed vindt.
- Maar natuurlijk, dat is een pracht idee! zei Fred. Zeg luitjes, er staat nog meer in de brief, misschien heeft onze geachte hoofdredacteur daar interesse voor.
En òf Dick interesse had voor verspreiding van HOBBY CLUB in Indië. Daar had hij nog niet eens aan gedacht en het bracht hem meteen op het idee ook moeite te doen voor verkoop in België, West-Indië en misschien wel in Zuid-Afrika.
Oom vroeg hoe of het met de verkoop ging.
- Oh, dat gaat boven verwachting, mijnheer! antwoordde Dick. In enkele weken hebben we al meer dan dertienduizend stuks verkocht en nog krijgen we geregeld aanvragen. Over een week wordt het volgende nummer al gedrukt. Hebt U HOBBY CLUB gelezen, als ik vragen mag?
- Jazeker, ik heb 't gelezen. Prima was 't, jong, fris, origineel en bovenal: leerzaam. Als je ooit een artikel voor jonge mensen over kunst of jonge kunstenaars wilt hebben, dan zeg je 't maar. Kost je geen cent. Voor artikelen over muziek moet je je maar tot mijn dochter wenden. Zeg jongens, kan ik niet eens een kijkje komen nemen, in die club van jullie? Ik ben zo nieuwsgierig!
- Natuurlijk mijnheer, met genoegen zelfs. In de eerste week van Maart houden we een avond speciaal voor de ouders en oudere belangstellenden, om die in de gelegenheid te stellen met ons clubleven kennis te maken. Als U ook interesse hebt, mevrouw, dan zullen we twee plaatsen voor U reserveren. Het programma wordt interessant: onze propagandafilm, kleurenfoto's, demonstraties van het opnemen van gramofoonplaten, van onze hoogspanningsinstallatie, scheikundeproeven, muziek....
- Muziek.... is ook een mooie hobby! klonk een pittige, melodieuze stem achter de jongens. Het was de dochter des huizes, een betrekkelijk klein, slank, modieus gekleed meisje, dat zich aan de jongens en aan Joosje voorstelde als ‘Dita van Bohemen’. Dat was dus het zo muzikale nichtje van Suze, een aparte, artistieke verschijning met haar fijn rank figuurtje, haar kleine sierlijke handen, lang krullend haar en wonderlijk grote ogen. Ze zei dat ze het erg prettig vond met
| |
| |
de Hobby Club kennis te maken en dat genoegen was wederzijds, omdat de Hobby Club in verband met bepaalde plannen dringend behoefte had aan contact met een muzikaal talent. Suze en Rudolf hadden Dita blijkbaar veel van de Hobby Club verteld, want ze vroeg meteen naar de muzikale begeleiding van de propagandafilm. Toen Fred de namen en composities van Beethoven, Dukas, Tsjaikowski, Haydn en Mozart noemde en hij vroeg, of deze muziek naar haar mening bij zo'n film paste, antwoordde ze:
- Eerlijk gezegd, neen, voor mijn gevoel past het er niet bij, evenmin als bij een plusfours een hoge hoed past. Ik ben er van overtuigd, dat de muziek de beelden in sterke mate ondersteunde en, waar nodig, voor een dramatisch effect zorgde. Toch lijkt 't me niet juist. Ik zal je uitleggen waarom.
- Vergelijk eens het Hollandse journaal met het buitenlandse. Als er in Nederland op de film iemand begraven wordt, hoor je steevast een treurmars van Beethoven, Tsjaikowski of Chopin. Zie je op het journaal een fabriek, dan heb je veel kans op Paul Dukas' l'Apprentie sorcier of op een snelle passage uit een ouverture van Mozart of Rossini of een brokje klassieke balletmuziek. Het ‘Hollands Nieuws’ heeft meer weg van een klassiek concert dan van een filmreportage; je krijgt steeds de neiging mee te neuriën, zo bekend is de muziek. De buitenlandse journaals daarentegen hebben muziek, die speciaal voor filmjournaals gecomponeerd en gespeeld wordt, en melodieën, die je onbekend zijn, waardoor het geheel, beeld en geluid samen, niet afgezaagd, maar fris en origineel aandoet. Is 't, op zijn zachtst uitgedrukt, niet eigenlijk belachelijk om bij een bezoek aan een suikerfabriek de meest verheven muziek van de grootste componisten te gebruiken? Een slecht hoorspel op de radio weet men ook wel eens op te halen door de suggestieve en dramatische werking van goede klassieke muziek. Maar ook dat is fout, want dan is de muziek, evenals in tal van films, niet begeleidend en ondersteunend, maar overheersend en wordt 't een klassiek concert met begeleidende tekst of beelden. Ik geloof graag dat het slot van jullie film met, zoals je me vertelde, de finale van Beethovens vijfde symphonie bijzonder indrukwekkend is, maar dat is dan meer het werk van Beethoven dan van jou. Natuurlijk ontbraken jullie de middelen om voor ‘eigen’ muziek te zorgen en dat in aanmerking genomen, hebben jullie een goede muzikale keuze gedaan, maar geloof me, bij een film van modern jongensleven past geen muziek van
| |
| |
Beethoven, evenmin als, zoals ik al zei, een hoge hoed bij een plusfours past. Ik zeg dit alles niet om aan de waarde van jullie film afbreuk te doen, maar om je er op te wijzen dat er nog andere, mijns inziens betere methoden zijn.
- In de eerste plaats door gramofoonplaten te nemen met muziek die weinig bekend en niet zo zwaar klassiek is. Zulke platen kom je natuurlijk niet zo gemakkelijk tegen. En de tweede methode? Laat bij je film speciale muziek componeren en spelen. Nu lach je, maar heus, dat kan. Een aantal jonge kunstenaars, w.o. leerlingen van het conservatorium, van de academie voor beeldende kunsten, van de toneelschool en van balletscholen, schrijvers, dichters, componisten, schilders, tekenaars, musici, décor- en mode-ontwerpers, allemaal jonge mensen, hebben zich verenigd om in samenwerking toneel-, opera- en ballet-uitvoeringen te geven, waarvan alles, muziek, tekst, décors, kleding enz. op elkaar afgestemd èn bovendien eigen werk is; zoiets als de Hobby Club, maar dan zuiver in artistiek opzicht. Ik behoor bij het groepje componisten en werkelijk, wij kunnen voor een film van jou goede begeleidende muziek componeren. Zoals je waarschijnlijk wel weet, hebben de leerlingen van het conservatorium in de Bachstraat een eigen symphonie-orkest gevormd en dat kan onze composities uitvoeren. En omdat zowel jullie als wij nog jong zijn, geloof ik dat de jonge musici jullie met alle plezier aan goede muziek voor jullie film zullen willen helpen. Als jullie weer eens een film gaan maken, waarschuw me dan eens, tenminste.... als je er wat voor voelt.
- Of ik er wat voor voel? zei Fred. Nou en of! Dat is mijn ideaal, wat je daar opnoemt: een film met speciaal daarvoor gecomponeerde muziek. En je aanbod komt zo prachtig uit, omdat we juist opdracht hebben gekregen, een film ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de school te maken. En dan het aanbod van ‘oom Wes’: de beste 16 mm-camera ter wereld! Werkelijk, nu hebben we alle middelen, eens een film te maken die in alle opzichten af is!
- Vertel 's, zei Dita, hebben jullie een eigen schoollied?
Dat had de H.B.S. inderdaad, op de melodie van de mars ‘Met een beetje fantasie....’ en Fred floot het Dita voor.
- Als thema voor de muziek bij de schoolfilm zou dat natuurlijk heel aardig zijn, zei Dita, terwijl ze opstond en achter de grote Steinway-vleugel plaats nam. Nu moet je eens luisteren.
Eerst speelde ze de eenvoudige melodie en toen begon ze
| |
| |
daarop te improviseren, aanvankelijk heel luchtigjes met speelse tierelantijntjes, vervolgens wild en uitbundig en daarna plotseling langzaam en somber, in mineur. De jongens van de Hobby Club wisten niet wat ze hoorden. Was dit de melodie van hun schoollied? Het klonk zo smartelijk, zo dieptragisch! Wat speelde Dita nu eenvoudig en daardoor juist zo treffend-mooi. Hoor, nu laste ze zware accoorden in en begon ze de simpele melodie uit te spinnen tot een majestueuze treurmars. Machtige muziek was dat! Er zat een zekere spanning in, een spanning, die steeds toenam en zich onverwachts ontlaadde in een juichende, triomfantelijke finale.
Meer argumenten waren overbodig, Dita had door haar spel de jongens volkomen overtuigd van de juistheid van haar bewering en bovendien: Dick had ze, zoals deze verklaarde, geïnspireerd tot een idee, waaruit misschien nog wel eens een goed scenario kon voortkomen.
- Zeg Suze, zei Leo, mag ik misschien dat houtsnijwerk eens zien, waarover je het laatst had?
Toen Leo eens aan Suze had gevraagd welke hobbies ze er op nahield, had ze verteld, dat ze in Indië van den tuinjongen houtsnijden had geleerd en dat ze zich ook vaak onledig hield met het maken van gedichten, een hobby, waarvoor Leo haar maar niet moest uitlachen. Op Leo's verzoek ging ze de resultaten van haar hobby voor houtsnijden halen en even later kwam ze terug met een grote doos vol met door haarzelf vervaardigde poppen en wajang-figuren, die ze uit buffelleer gesneden had. Oorspronkelijk hadden de typisch Indische houten en ivoren poppetjes haar tot voorbeeld gediend, maar toen ze de techniek van het houtsnijden voldoende beheerste, was ze volgens eigen ideeën te werk gegaan. Er waren poppetjes in alle soorten, van Hollandse boertjes tot Balinese danseresjes, alle fijn afgewerkt en kleurig beschilderd. De jongens waren opgetogen over Suzes kunstzinnige houten figuurtjes, die vaak de gelaatsuitdrukking van echte mensen hadden. De wajang-poppen waren in één woord fantastisch en waren niet van de echte Indische te onderscheiden.
- Zouden we Suzes talenten niet op een of andere manier in een film kunnen toepassen, waarbij ik dan eventueel de décors zou kunnen schilderen? vroeg Joosje.
- Verdraaid, dat is een idee! antwoordde Fred haar. Herinner jullie je die gekleurde poppenfilm van George Pall, die we bij Philips hebben gezien? Zoiets moesten wij ook maken. Met de nieuwe camera kan dat best, omdat die een éénbeeld- | |
| |
as heeft, zodat je beeldje voor beeldje afzonderlijk kunt opnemen. Een poppenfilm in kleuren, gespeeld door poppen van Suze en met décors van Joosje. Een soort sprookjesfilm van een minuut of vijf. Wie heeft een idee voor een scenario?
Allen dachten diep na, maar zonder resultaat. Ter inspiratie kroop Dita weer achter de grote Steinway-vleugel en speelde ze een keurcollectie van klassieke piano-muziek. Na een sarabande van Bach speelde ze het dromerige, melancholieke eerste deel van de Mondschein-sonate van Beethoven. In volle overgave lieten de jongens zich wiegen op de deinende beginklanken van Beethovens ontroerende ‘sonata quesi una fantasia’. Dita speelde, zoals dat van een ver-gevorderde conservatorium-leerlinge verwacht kon worden. Haar kleine handen vlogen losjes over het klavier en haar spel was accuraat, gaaf en gevoelig. Na een fonkelende mazurka van Chopin volgde het geestige ‘Dr. Gradus at Parnassum’ uit Debussy's ‘Childrens corner’. Leo wist Dita nog twee toegiften af te dwingen, een impromptue van Schubert en enkele Eroïca-variaties van Beethoven. Ten slotte vroeg Joosje, die nog aan een bepaalde soort inspiratie behoefte scheen te hebben, naar iets ‘exotisch’ en Dita speelde de sinistere, fel-opwindende ‘Danse rituelle du Feu’ van Manuel da Falla.
- Wel bedankt! riep Joosje na afloop uit, want ik heb wat ik zocht. Luister, hier is een verhaal voor de film. Een Hollands keuterboertje krijgt van zijn zoon in Indië een wajang-pop gestuurd. Hij vindt de wajang-pop meer griezelig dan mooi en 's nachts kan hij er bijna niet van slapen. Dan droomt hij, dat de Wajang-pop de deuren van zijn bedstee opent en hem wenkt op te staan en naar buiten te gaan. Hier begint de eigenlijke poppenfilm, het voorgaande is nog met levende acteurs. Buiten voelt hij plotseling een touw om zijn nek en dan merkt hij, dat hij met een lasso in een vliegtuig wordt gehesen, dat hem naar Indië brengt. Boven een groot eiland wordt hij tot zijn grote schrik omlaag gegooid maar gelukkig, hij merkt dat hij een parachute om heeft en dat hij langzaam naar beneden zweeft. Hij landt in Bali, waar een tijger, - in werkelijkheid mijn klein cypers katje - klaar staat om hem te verslinden. In het oerwoud beleeft hij de nodige sensationele avonturen met boertjes-etende dieren, waaraan hij steeds op het nippertje ontsnapt. Dan ziet hij in de verte een prachtige tempel en daar gaat hij bescherming zoeken. Hij ontmoet een aantal Balinezen, die hem voor een god houden en hem op
| |
| |
een draagstoel naar de prachtige tempel brengen. Daar ziet hij prachtig-uitgedoste Balinese danseresjes, maar als hij denkt dat die voor hem gaan dansen, heeft hij het mis, want hij wordt met touwen vastgebonden en naar een grote brandstapel gevoerd. Deze wordt aangestoken, het boertje zal levend verbranden, en dan komt een olifant met een lange snuit, - nee, die blaast 't verhaaltje niet uit -, die blaast en of hij 't vuur uitblaast, dat vermeldt de film niet, wel dat door het blazen het boertje geweldig moet niezen.... en wakker wordt: in zijn eigen bedstee! That's all folks!!
Iedereen gierde het uit om Joosjes malle verzinsel, maar toch, voor zo'n poppen-kleuren-sprookjes-geluidsfilm was het nog zo gek niet. Alleen, zou het mogelijk zijn om Joosjes fantasie te verwezenlijken en te verfilmen?
- Een vliegtuig hebben we, zei Joosje, dat prachtige Dakota-model dat in de kamer van Max Veerman hing. Ik heb een tante, die in Huizen een oud boerderijtje bewoont, 's nachts zelfs een bedstee; daar kunnen we het begin opnemen. De poppen maakt Suze, ik schilder de décors en samen maken we in de studio van wat plantjes, cactussen, vetplanten en palmen, van zand, aarde, rotsjes en schelpen een tropisch landschap. Als kind heb ik dat vaak gedaan. Met spiegels kun je van één pop een hele rij danseressen maken. Puimsteen kun je prima als rots gebruiken. Weet je wat we moesten doen? Een paar van die oranje slakken kopen, en een hagedis als krokodil en als super-monster een.... vogelspin; ik weet waar je die misschien kunt krijgen. Wat zal dat een griezelig effect opleveren: op het doek in het oerwoud het boertje en dan een even grote vogelspin, die dan ten slotte niet het boertje maar zo'n oranje slak wil oppeuzelen.
Ook de anderen zaten vol ideeën om Joosjes fantasie tot werkelijkheid te brengen. Tjark beweerde dat hij voor een chemische vulkaan kon zorgen, waarbij de Vesuvius een kind was. Suzes oom en tante waren lichtelijk verbijsterd over de ondernemingsgeest van de jongens van de Hobby Club en ze begrepen, dat dezen jongelui niets, maar dan ook niets te dol was.
* * *
Utje was saaier, de klas oproeriger dan ooit tevoren. Utje doceerde Staatsinrichting en zei per tien woorden gemiddeld één en drie tiende maal ‘ùh....’, zulks volgens de laatste statistische gegevens, verzameld en berekend door de Hobby Club. Hij was maar een klein manneke en daarom werd hij
| |
| |
niet ‘ùh’, maar ‘Utje’ genoemd. Utje was niet ongeschikt, maar zijn geringe afmetingen, zijn kale knikkertje, zijn verlegenheid en zijn ge-ùh maakten hem voortdurend tot het mikpunt van spotternijen en plagerijen. Utje werd, rond-uit gezegd, gepest en zijn zwakke, onbeholpen verweer vermocht niets daartegen. Vaak voelden de jongens wel hoe gemeen ze waren als ze onder de poten van Utjes tafel glazen knikkers of op zijn stoel een natte spons legden en Utje van boosheid zo komiek begon te knorren zonder echter met straffe hand op te treden, maar dan won toch altijd hun pleizier het van hun zelfverwijt.
Nu was het Donderdagmiddag, het laatste uur en de jongens hadden onder hun banken ronde potloden gelegd. Leo wilde, gedachtig aan het systeem waarmee ze in Amerika complete huizen verplaatsten, de klas tot klas-roulant maken. Op een kuchje als aanvangssignaal zetten de voorste jongens met hun voeten af tegen het podium en de hele klas, met alle leerlingen en banken, schoof een halve meter naar achteren. Het was een krankzinnig schouwspel en de jongens waren benieuwd hoe Utje het vond. Utje zei niets, want hij neusde in zijn boek. Toen hij echter opkeek en zag dat de hele klas zich verplaatst had, vertoonden zijn gelaatstrekken zo'n wonderlijke mengelmoes van stomme verbazing, ontsteltenis en boosheid, dat de jongens het uitschaterden. Utje zei nòg niets en even later ging de bel. De jongens en meisjes pakten hun boeken en haastten zich de klas uit. Leo wilde ook naar buiten stappen, maar een bedeesde stem zei van het podium: ‘Uh.... Van der Sluis, wil je-ùh even bij me komen?’
- Nou zul je 't hebben! dacht Leo, die de aanstichter van deze kwajongensstreek was geweest en een beetje huiverig was voor het verwijt, dat Utje hem ongetwijfeld over de banken-affaire zou maken.
- Ja, ùh, hoor 's, beste jongen (laat hij nou in 's hemelsnaam niet met ‘beste jongen’ beginnen, dacht Leo, anders zak ik van schaamte nog dwars door het podium) ik, ùh.... wou je wat vragen (mijnheer, heus, ik zal 't nooit meer doen), ja ùh.... weet je, ik knutsel vaak met ùh.... radio, ik ùh.... bouw toestelletjes, en nu zou ik je willen vragen ùh.... of ik ùh.... ja, dat ik.... ùh.... ik bedoel.... ùh.... of ik alsjeblieft op jullie avond voor ouders en ouderen mag komen ùh....
- Maar natuurlijk, mijnheer! haastte Leo zich te zeggen. We zullen U met.... we zullen U graag ontvangen. Bijna had
| |
| |
hij ‘met genoegen’ gezegd, maar dan had Utje misschien gedacht, dat hij er weer tussengenomen werd. Leo's stemming sloeg plotseling helemaal om ten gunste van Utje. Dat zo'n uiterlijk vervelend, verlegen en eenzelvig mannetje, dat het in de klas altijd zo zwaar te verduren had, in zijn vrije tijd radio-tjes bouwde, dat hij knutselde, dat hij dezelfde hobby had als hij-zelf en velen van zijn vrienden, dat alles vertederde Leo. Wat waren ze toch eigenlijk lammelingen geweest om Utje altijd zo te treiteren! Leo voelde een scherp zelfverwijt en kreeg steeds meer medelijden met het mannetje, dat zo stotterde, zo onbeholpen en verlegen, en waarschijnlijk zo eenzaam was dat hij in het bouwen van radio's niet een prettig tijdverdrijf, maar een troost moest zoeken. Eén ding stond vast: Utje mocht geen haar meer gekrenkt worden, hoe ‘dankbaar’ hij als slachtoffer ook was. Aan zijn vrienden, aan alle leerlingen zou hij zeggen hoe Utje was en dat hij een radio-hobby had.
Utje begreep niet, waarom Leo plotseling zo stil geworden was en daarom vervolgde hij aarzelend:
- Ja, uh.... Van der Sluis, je moet me maar niet kwalijk nemen, uh....
- Ik U kwalijk nemen? viel Leo hem plotseling in de rede. U mij en de anderen kwalijk nemen! Wij, die U altijd zo geplaagd hebben, die U zoveel verdriet hebben gedaan, wij die zo gemeen zijn geweest tegen U.... U, die ons nooit iets misdaan heeft, maar die niet tegen ons op-kon....
Op dat moment schoot Leo een brok in de keel, want hij zag hoe op het toch zo dood-goeie gezicht van Utje een smartelijke trek kwam, hoe in zijn ogen tranen opwelden. Leo greep Utjes hand en sprak ontroerd:
- Vergeeft U het ons maar, mijnheer, heus, het zal niet meer voorkomen. U bent immers één van de onzen, U knutselt met radio, U was altijd goed voor ons en wij zo gemeen tegen U.... Maar van nu af aan zal dat veranderen, van niemand van ons zult U meer last hebben. U kunt op ons rekenen, en als we U ooit eens helpen kunnen op technisch gebied, vraagt U het ons dan, alstublieft! We voelden niet hoe gemeen we waren, maar.... mogen we U beterschap beloven?
- Zeker ùh.... graag, jongen uh.... natuurlijk! Utje stotterde wat, maar was veel te veel onder de indruk om goed te antwoorden. Met dankbare blik keek hij Leo aan en zei ten slotte zacht:
| |
| |
- Van der Sluis, ùh.... ik was niet boos op jullie ùh.... ik wist wel dat jullie het niet zo slecht meenden ùh.... ik vond 't wel naar, maar ùh.... dat knutselen was weer erg prettig, zie je? Uh.... je kunt niet alles goed hebben in ùh.. 't leven. Maar nu is 't goed, heel goed ùh.... je bent een beste jongen, hoor....
Nu werd het Leo toch werkelijk te machtig, hij nam zijn tas onder zijn arm, drukte Utje stevig de hand en zei opgewekt:
- Meneer, U kunt op ons rekenen, geen haar zal U meer gekrenkt worden en we zullen op de clubavond een mooi plaatsje voor U reserveren! Dag mijnheer en wel-bedankt!!
Toen Leo zijn vrienden van het voorval vertelde, reageerden ze net zoals hijzelf. Utje las hun krant, Utje had hun hobby, hoe in 's hemelsnaam hadden ze zo'n man het leven zuur kunnen maken! Nu voelden ze ook, dat de Hobby Club met al haar idealisme wel eens wat meer kon doen aan wat mijnheer Verburg een doel van de wetenschap had genoemd: het dienen der mensheid. Als ze weeshuizen, jeugdverenigingen, scholen in de arme buurten en tehuizen voor ouden van dagen eens aanboden gratis een film- en muziekavond te verzorgen? En uit dat goede idee kwamen nog andere goede plannen voort, waarvan ze zo gauw mogelijk werk moesten maken. Wanneer het een en ander ten uitvoer kon worden gebracht, dat was nog de vraag, maar één ding was zeker: Utje kon gerust zijn en zou niet meer gekweld en gesard worden!
* * *
MAANDPROGRAMMA MAART.
Woensdag 3 Maart 2.30 uur: Excursie naar Algemeen Handelsblad (o.l.v. dhr. de Vries).
Zaterdag 6 Maart 8.00 uur: Dans-, film- en muziekavond (toegankelijk voor introducé's).
Woensdag 10 Maart 8.00 uur: Propaganda- en demonstratieavond voor ouderen.
Zaterdag 13 Maart 8.00 uur: Taco Speekhout vertoont kleurendia's.
Zaterdag 20 Maart 8.00 uur: Ledenvergadering.
Woensdag 24 Maart 8.00 uur: Lezing van Philips-ingenieur over moderne televisie.
Zaterdag 27 Maart 2.30 uur: Excursie naar de electriciteitscentrale Noord.
Zondag 28 Maart 8.00 uur: Gemeenschappelijk bezoek aan Beethoven-volksconcert.
Woensdag 31 Maart 8.00 uur: Lezing door Dr. Verburg over de relativiteitstheorie van Einstein.
| |
| |
AFDELING RADIO: Iedere Dinsdagavond van 7.00-8.00 cursus seinen en opnemen. Iedere Zaterdagmiddag van 5.00-6.00 cursus radiotechniek.
Beginners: constructie van gelijkstroomversterker, k.g. voorzet-apparaat en Reisz-microfoon.
Hoog-Frequent: constructie van meetzender en peilontvanger, proeven met beat-oscillator, kristalfilter en drie-diodenschakeling.
Laag-Frequent: ijken van meet-apparatuur, constructie van toongenerator, van draagbare versterker voor batterijvoeding, van tweede opname-apparaat en van kristalmicrofoon- en pick-up.
AFDELING ELECTRICITEIT: proeven met hoogspanningsinstallatie, constructie van morse-schrijf-apparaat, zingende booglamp en van synchroniseer-inrichting voor sprekende films. CURSUS Electriciteit: Vrijdagavonds 7.00-8.00 uur.
AFDELING FOTOGRAFIE: Cursus Fotografie Zondagmorgen van 10.30-12.30. Bij zonnig weer op 14 Maart fotowedstrijd in Oud-Amsterdam. Portretfotografie, vergroten, kleurendiapositieven monteren, proeven met cascadedruk en ‘Tontrennung’, retoucheren, technische en trucfoto's voor HOBBY CLUB en archief nemen, vergroten en afwerken.
AFDELING SCHEIKUNDE: Bereiding emulsies voor gramofoonplaten, verzwakkers en versterkers voor afd. fotografie, voortzetting chemische experimenten volgens het programma van Januari en Februari.
AFDELING FILM: Voorbereiding en opname van poppen-kleuren-film. Synchronisatieproeven.
REDACTIE VAN HOBBY-CLUB: Zondag 21 Maart uiterlijk inlevering van artikelen en foto's; Woensdag 24 Maart 2.30 redactievergadering; Woensdag 31 Maart 2.30: verpakking en verzending van HOBBY-CLUB.
N.B.: Lezingen en voordrachten van 8.00 uur precies tot max. 9.15 uur. De overige tijd wordt gewerkt. Schoonmaken clublokaal geschiedt in het vervolg door werksters van kantoor. Corvée vervalt dus. Details of eventuele wijzigingen van clubprogramma staan op het aankondigingen-bord. WIJ VRAGEN SPECIALE AANDACHT VOOR DE EXCURSIE NAAR HET ALGEMEEN HANDELSBLAD ONDER LEIDING VAN DEN HEER S. DE VRIES!
R.
| |
| |
Daar kwam Dick al naar beneden met zijn vader, met wien de jongens van de Hobby Club nu eindelijk eens kennis zouden maken. Wat had mijnheer de Vries niet allemaal voor hen gedaan, vooral voor HOBBY CLUB, maar altijd was hij achter de schermen gebleven en nog nooit hadden de jongens hem persoonlijk kunnen bedanken. Nu zouden ze den journalist, den reporter, den interviewer, den opmaker en den redacteur voor het eerst ontmoeten en met hem het moderne krantenbedrijf.
Wat een aardige man! dachten de jongens, toen mijnheer de Vries hen op de meest hartelijke wijze begroette en hen uitnodigde mee naar boven te gaan. De jongens bestegen de trap, liepen door de draaideur, wierpen een blik in de grote hall, waar ze de balies voor het opgeven van abonnementen en advertenties zagen, kwamen in de kleine hall, waar de kassier in zijn kas druk bezig was met het tellen van bankbiljetten en gingen enkele trappen op.
- Hier zetelt de kern van het bedrijf, vertelde de heer de Vries, terwijl hij naar de vele deuren wees: Hoofdredactie, kantoor van den directeur, secretariaat van de hoofdredactie, secretariaat van de redactie, telex-kamer, redactie Binnenland, en op de andere etages de afdelingen Buitenland, Sport, Kunst, Onderwijs en Kerk, Wetenschap, Landbouw, Beurs en Financiën, Handel en Scheepvaart, bibliotheek, archief, foto-redactie en foto-archief, radiokamer, telefooncentrale en keuken.
- Het heeft geen zin om al die afdelingen te gaan bekijken; overal tref je dames en heren met stapels kranten, tijdschriften, boeken en paperassen, die druk zitten te lezen, te schrijven of te tikken. Verre van interessant en daarom zullen we alleen even een kijkje nemen op de redactie Binnenland, waar ik zelf werk.
Gelukkig had mijnheer de Vries zijn collega's al van de Hobby Club en hun krant verteld, anders waren de redacteuren en redactrices geschrokken van de invasie van jongens en meisjes, die nu volgde. Er zat sfeer in dit redactielokaal: grote lessenaars, overal kranten en nog eens kranten, stapels paperassen, tal van grote prullemanden, schrijfmachines, scharen en lijmpotten en telefoons op rails, die je handig met een touwtje naar je toe kon trekken.
Langs de zoldering liepen dikke koperen buizen, die in rieten korven uitmondden. Net toen de jongens wilden vragen waarvoor die dienden, hoorden ze boven zich een geraas en
| |
| |
plòf: uit de mond van de buis schoot een celluloid koker, die door een redacteur uit de mand werd gepakt. In de koker zaten drukproeven. Even later nam Dicks vader een lege celluloid huls, klemde er een artikel in, lichtte het klepje van een andere koperen buis op en stak er de koker in. Met een klap werd de cylinder opgezogen, enig gesuis in de buis en kort daarna in de verte weer een plof.
- Het artikel is nu op de zetterij! verklaarde de heer de Vries. Onze pneumatische buizenpost, die met sterke luchtdruk werkt, heeft mijn artikel in enkele seconden daarheen gebracht. Alle afdelingen zijn door middel van de buizenpost met de zetterij verbonden, zodat over-en-weer zonder geloop artikelen en drukproeven kunnen worden overgebracht. Alles draait hier om snelheid.
- Dat merk ik, zei Poldervaart, hiernaast zit iemand met zo'n vervaarlijke snelheid te tikken....
- Ga maar mee, dan kun je die typiste, houdster van het snelheidsrecord, eens bewonderen, zei mijnheer de Vries, terwijl hij de deur opende met de woorden: ‘Dag juffrouw, hier is een schare bewonderaars van U!’
De jongens schrokken van deze woorden. Wat moest die juffrouw wel van hen denken! En wat zouden ze een gek figuur slaan! Maar toen ze binnengingen, was er maar één, die een gek figuur sloeg: Poldervaart. Want er zat helemaal geen juffrouw, er zat alleen maar een jongetje en het getik was afkomstig van twee schrijfmachines, die met razende snelheid de ene regel na de andere op het papier tikten zonder dat iemand er een vinger naar uitstak.
- Hier is onze telex-kamer met vijf telex-apparaten verklaarde de heer de Vries. Vier staan in verbinding met het A.N.P., het Algemeen Nederlands Persbureau en één is verbonden met ons bijkantoor in Den Haag. De telex is een electrische schrijfmachine en het aanslaan van de toetsen hier veroorzaakt bepaalde combinaties van stroomstootjes die via de telefoonlijn bv. naar Den Haag gaan en op ons bijkantoor de telex hetzelfde doen typen als wat we hier tikken
- Als je hier even wilt kijken. Twee machines tikken met grote snelheid berichten, één in het Engels, het andere in het Hollands. De gang van zaken is nu zo, dat Reuter in Londen een bepaald bericht naar het A.N.P. tikt, waar het onmiddellijk vertaald en naar ons in het Hollands getikt wordt. Het andere apparaat is via het A.N.P. direct met Reuter in Londen verbonden. Op het ogenblik zit daar iemand te tikken en ge- | |
| |
lijktijdig verschijnen hier en op honderden redactie-bureaux in heel Europa zijn berichten getypt en wel, kant en klaar, Wonderlijk idee, hè?
- Het berichtenwezen wordt steeds meer gecentraliseerd en het A.N.P., onze voornaamste nieuwsbron, is daar een voorbeeld van. Raad eens hoeveel lettertekens we hier per week ontvangen....? Twee millioen zo ongeveer. Doordat ik zelf de stadsrubriek verzorg, krijg ik veel nieuws van plaatselijke bronnen zoals de brandweer en de politie. Je moet Dick maar eens vragen hoe ik hem 's avonds uit zijn slaap houd door alle politiebureaux op te bellen om te vragen ‘of er soms nog iets geweest is’. Als er dan zo laat nog nieuws is, dan werk ik dat thuis onmiddellijk uit tot een artikel en telefoneer ik dat naar de krant, waar het op een dictafoon, een soort gramofoon, doch i.p.v. een plaat een wasrol, wordt opgenomen. Een stenograaf luistert de rol af met een koptelefoon, werkt bericht uit op de schrijfmachine en geeft 't door aan de nachtredactie. Ook de getelefoneerde berichten en artikelen van binnen- en buitenlandse correspondenten worden eerst op de wasrol vastgelegd.
- Om telefoonkosten uit te sparen, kan men met de telex ook berichten vastleggen in een papierlint, waarin door het aanslaan van de toetsen combinaties van gaatjes geponst worden. De rol met papierlint wordt dan snel afgedraaid en door electrische contacten afgetast, waardoor de gaatjescombinaties in overeenkomstige stroomstootjes worden omgezet. Deze gaan door de telefoonlijn en naar de telex-apparaten in andere steden, waar het bericht veel sneller op het papier getypt wordt dan een typiste ooit zou kunnen doen.
- De redactie van de krant heeft eigenlijk drie soorten mensen: de reporters of verslaggevers, de bureau-redacteuren en de correspondenten. Het baantje, waar jullie, jongens, altijd ambitie voor hebben, is dat van reporter en hoewel ik zelf met hart en ziel aan de verslaggeverij verknocht ben, beantwoordt het toch niet aan de geïdealiseerde voorstellingen, die jullie je er vaak van maakt. Vele jonge verslaggevers zijn zich niet voldoende van de verantwoordelijkheid van hun taak bewust en beseffen niet hoe de publieke opinie van hun geschrijf afhangt. Een grote algemene ontwikkeling, een scherp opmerkingsvermogen, een prima geheugen en een heldere, boeiende stijl zijn onmisbaar als je verslaggever wilt worden.
Terwijl de jongens van de Hobby Club allerlei vragen stel
| |
| |
den, toonde mijnheer de Vries hun het foto-archief, waar in stalen kasten vele tienduizenden foto's gesorteerd lagen opgeborgen en de radiokamer, waar tot aller teleurstelling alleen maar één modern Philipstoestel stond.
- Ja, jongens, zei mijnheer de Vries, een uitgebreide zenden ontvang-installatie heeft het A.N.P. overbodig gemaakt, maar misschien vinden jullie 't interessant, dat het Handelsblad in Nederland de primeur van radiografische berichtgeving had, toen het in 1903 een radioverbinding met de Times in Londen tot stand bracht.
- Kijk, in dit kaartsysteem hebben we de levensbeschrijvingen van de meeste bekende personen. Als de een of andere hoge piet of beroemdheid ernstig ziek wordt, schrijven we vaak uit voorzorg alvast een artikel, waarin we alleen nog maar de datum en plaats van overlijden moeten invullen. Als het er erg om spant, wordt het doodsbericht zelfs van tevoren al gezèt, dan hoeven we den gestorvenen tenminste nooit te verwijten, dat ze vlak voor het drukken 't hoekje zijn omgegaan. Ik heb eens 't verhaal gelezen van een gepensionneerden hoofdredacteur, die nog eens een kijkje kwam nemen op zijn vroegere krant en wilde controleren of hij het spiegelschrift van het zetsel nog zo goed kon lezen. Toen las hij zijn eigen doodsbericht.... Maar kom, we gaan naar de zetterij.
De zetterij bevond zich op de bovenste verdieping van het zij-gebouw en was door een lift verbonden met de drukkerij in het souterrain. Een grote zaal met tientallen zetters achter hun zetmachines, een druk geroezemoes en gerikketik. Schijnbaar een chaos, maar in werkelijkheid volmaakt georganiseerd.
- Hier op deze tafel monden alle buizen van de buizenpost uit. Een zg. buizenman haalt de velletjes met kopij uit de celluloid kokers en stuurt deze door naar de machine- of handzetterij. Loop maar eens mee naar één van deze zetters, dan kun je zien wat die doen.
- We gebruiken hier de Linotype-zetmachine, die hele regels produceert. Op het toetsenbord slaat de zetter de letters aan van de regel, die hij moet zetten. Door die handeling vallen lettervormpjes, koperen matrijzen met in de bodem als een uitholling de vorm van de letter, in een richel, waarna de zetter een handle overhaalt. De letters komen dan voor de gietmond van een loodpot, een reservoir met vloeibare metaalspecie, in hoofdzaak lood, waarmee de regel lettervormpjes volgegoten wordt. Er ontstaat dan na afkoeling een regel van
| |
| |
letters in spiegelschrift. De gebruikte lettervormpjes worden automatisch gesorteerd en naar het lettermagazijn teruggebracht. Alles gaat automatisch; de zetter hoeft niets anders te doen - zo voor het oog tenminste; de man heeft er zo om en nabij vier jaar ‘letter’-studie opzitten - dan de toetsen aan te slaan, hetgeen heel licht gaat, omdat electrische contacten gebruikt worden, en de handle over te halen; de motor, transportbanden en een ingewikkeld mechanisme doen de rest.
- Het Linotype-systeem werkt enorm vlug, wel 6000 letters per uur. Daar de letters steeds gegoten worden, zijn ze altijd nieuw en goed van vorm; de gietvormpjes zijn bijna onverslijtbaar. We zullen even naar den typograaf Keja gaan, dan zal die voor elk van jullie een naamstempeltje maken. Kom maar mee. Tot hun verrassing kregen alle leden van de Hobby Club als aandenken een loden regeltje met hun naam er op. Ze zagen daarna hoe de loden regels op de zg. opmaaktafels onder leiding van den redacteur-opmaker tot kolommen en de kolommen tot pagina's werden samengevoegd. Van de kolommen werden onmiddellijk afdrukken op stroken papier gemaakt, die naar de correctie-afdeling, naar de hoofdredactie en naar de betrokken redacties werden gestuurd.
Advertenties, beursnoteringen en grote koppen werden op een ander gedeelte van de zetterij met de hand gezet en hier bewonderden de jongens de handigheid en vingervlugheid van de zetters, die vliegensvlug de losse letters in de zethaak wisten te plaatsen. Het eindresultaat van het werk van zetters en opmakers was een complete pagina van lood, voorzien van cliché's, die evenals de letters in spiegelbeeld waren. Of daarmee nu de krant werd gedrukt? Neen, zo eenvoudig was dat niet, maat de ‘kalander’ en de ‘stiep’ zouden het juiste antwoord geven.
- Hier hebben we de kalander, een hydraulische pers, die met een druk van honderdduizenden kilo's een vochtig gemaakt en met gips en kalk geprepareerd vel papier-machê met zoveel kracht op de pagina zetsel drukt, dat deze er een diepe indruk in achterlaat. Zie je, daar komt het karton er uit, de letters zijn nu gewoon en niet meer in spiegelschrift. Het zetsel gaat daarna, wanneer het voor geen enkele editie van de krant meer nodig is, meteen weer naar de smeltkroes: opgeruimd staat netjes!
Vervolgens gingen de jongens naar de ‘stiep’ of ‘stereotype’. De ‘kartonnen pagina’ of ‘matrijs’, die in een snel-roterende trommel was gedroogd, werd met klemmen
| |
[pagina t.o. 288]
[p. t.o. 288] | |
Dat was dus achtergrond-projectie.... pag. 299
| |
| |
in de rondgebogen, half-cirkelvormige gietvorm vastgezet. Daarna werd op de matrijs door middel van een pomp een hete, dun-vloeibare legering van lood, antimoon en tin gespoten, die even later met koelwater snel gehard werd. Het afgietsel van de matrijs, een halve cylinder met letters in spiegelschrift, werd uit de stiep genomen, bijgeschaafd, schoongemaakt en naar de drukkerij vervoerd.
Op de drukkerij was het gedaan met praten, want de vele meters hoge rotatiepersen overstemden alles met hun donderend lawaai. Voorzichtig stappend liepen de jongens over de metalen galerijen, die in drie verdiepingen om de gigantische persen waren heengebouwd, genietend van de drukte om hen heen en van de wee-zoete geur van druk-inkt en smeerolie. Ze zagen hoe twee halve cylinders uit de stiep om de rol van een rotatiepers werden gelegd, hoe tussen twee van die rollen met verbijsterende vaart kilometers papier doorschoven en aan beide zijden, in totaal vier pagina's, bedrukt werden.
Plotseling weerklonken waarschuwingsbellen: grommend en gierend startte een nieuwe pers, hetgeen nog meer dreunend lawaai betekende. De jongens werden gewoonweg duizelig van de overal om hen heen wentelende persen en cylinders. Honderden tandraderen grepen feilloos in elkaar, stangen en krukassen schokten heftig op en neer, millioenen en nog eens millioenen lettertjes werden in razend tempo gedrukt. En de lawine van papier en druklettertjes werd opgevangen door gecompliceerde vouw- en snijmachines, die het eindproduct van nieuwsjagers, redacteuren, telegraaf, telex, telefoon en radio, van zetters, correctoren en opmakers, en van schrijfmachines, linotypes, calanders, stieps en rotatiepersen, de, KRANT, keurig gevouwen en geteld via jacobsladders afleverden aan de expeditie-afdeling. En na de paktafels kwamen de glijbanen, de expeditie-auto's, de krantenbezorgers en de treinen en zij brachten de krant naar haar einddoel: via de nieuwsgierige lezers naar de prullemand en kachel.
Langs de Nieuwezijds Voorburgwal raasde met loeiende sirenes een stel brandweerauto's, motorspuiten en een ladderwagen.
- 't Spijt me jongens, zei mijnheer de Vries, maar als ik iets prettigs doe, - een mooie film zie, een lekkere biefstuk eet, 's rustig mijn krant lees of een stel jongens rondleidt -, dan....
- Middelbrand op Amstel 46, mijnheer de Vries, kwam een portier zeggen.
| |
| |
De hofhouding van de Koningin der Aarde kende geen 8-urige werkdag, dag en nacht moest zij klaar staan om van het wereldgebeuren getuigenis af te leggen. Mijnheer de Vries nam dan ook haastig afscheid, haalde zijn jas en hoed, klampte een voorbijrijdende taxi aan en sleep een verse punt aan zijn potlood.
|
|