Proeve eener geschiedenis der Nederduitsche dichtkunde
(1810)–Jeronimo de Vries– AuteursrechtvrijJeronimo de Vries, Proeve eener geschiedenis der Nederduitsche dichtkunde. Twee delen. Johannes Allart, Amsterdam 1810
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 1168 D4 en 1168 D5
algemene opmerkingen
Dit bestand is, met een aantal hierna te noemen aanpassingen, een diplomatische weergave van de eerste druk van Proeve eener geschiedenis der Nederduitsche dichtkunde van Jeronimo de Vries uit 1810 in twee delen. De errata in deel 1 (p. 323) en 2 (409) zijn doorgevoerd in de lopende tekst. Het erratum voor pagina 232 van deel 1 bleek reeds te zijn doorgevoerd en het erratum voor pagina 19 van deel 2 bleek niet te herleiden.
redactionele ingrepen
deel 1, p. 31: zaten → zaken, ‘Het bewind van zaken, door den dood van Vrouwe’
deel 1, p. 47: Recht, Gebruyck → Recht Gebruyck, ‘zal ik slechts zijn werkje Recht Gebruyck en Misbruyck van Tijdlicke Have, openslaan.’
deel 1, p. 135: verwonderd → verwondert, ‘dat het mij verwondert, dat er geene lofrede over dezen gevoeligen’
deel 1, p. 138: norschen → norsche, ‘die zelfs schokte door eene norsche behandeling van den Schout’
deel 1, p. 232: noot 2 heeft geen nootverwijzing in de tekst en is door de redactie alsnog geplaatst.
deel 1, p. 279: gewaagde → gewaagden, ‘waarvan wij zoo even gewaagden, die zoo vaderlijk voor de letterkundige’
deel 2, p. 8: wisten → wist, ‘want zekere klasse van Kunst- of Taalwijzen wist zich aldaar als regters in te dringen.’
deel 2, p. 38: noot 2 heeft geen nootverwijzing in de tekst en is door de redactie alsnog geplaatst.
deel 2, p. 134: welke → welken, ‘bevalligen rijmtrant vervaardigd, welken wij ook hierna in Smits Werken’
deel 2, p. 194: schiedkundig → geschiedkundig, ‘het geschiedkundig berijmde, nog eenigzins aantreffen, echter zeer zeldzaam.’
deel 2, p. 228: Andréas → Jan Poppe Andrée, ‘Deze laatste zoon was Jan Poppe Andrée’
deel 2, p. 232: 1608 → 1708, ‘Geboren in 1708 en overleden in 1761.’
deel 2, p. 240: stoomen → stroomen, ‘Hoe slinger ik op 's waerelds stroomen, Door nieuwe winden steeds beroerd!’
deel 2, p. 337: Derde → Vierde, ‘Vierde hoofddeel.’
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (deel 1, p. π2, π4, II en 324; deel2, p. II, IV, VI, 408 en 410) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[deel 1, pagina ongenummerd (p. π1)]
EERSTE DEEL
[deel 1, pagina ongenummerd (p. π3)]
PROEVE eener GESCHIEDENIS der NEDERDUITSCHE DICHTKUNDE, door JERONIMO de VRIES.
EERSTE DEEL.
te AMSTERDAM, bij JOHANNES ALLART.
mdcccx.
[deel 1, pagina ongenummerd (p. 323)]
Bl: | 31. | regel | 12. | zaten | lees | zaken |
Bl: | 47. | regel | 3. | recht, | lees | recht |
Bl: | 135. | regel | 18. | verwonderd | lees | verwondert |
Bl: | 138. | regel | 21. | norschen | lees | norsche |
Bl: | 232. | regel | 14. | voorziet | lees | voorbijziet |
Bl: | 279. | regel | 4. | gewaagde | lees | gewaagden |
[deel 2, pagina ongenummerd (p. I)]
Tweede deel.
[deel 2, pagina ongenummerd (p. III)]
PROEVE
eener
GESCHIEDENIS
der
NEDERDUITSCHE
DICHTKUNDE,
door JERONIMO de VRIES.
TWEEDE DEEL.
te AMSTERDAM, bij
JOHANNES ALLART.
mdcccx.
[deel 2, pagina ongenummerd (p. V)]
Vervolg van het ANTWOORD op de VRAAG: welke zijn de vorderingen, welke is de verachtering der nederduitsche dichtkunde, gedurende de achttiende eeuw, in vergelijking van vroegere tijdperken?
door
JERONIMO de VRIES,
eersten stads klerk ter secretarij van amsterdam, enz.
Onder de Zinspreuk:
De ondervinding van alle tijden en van alle volken schijnt te leren, dat de Dichtkunde, of liever de Dichterlijke genie, bij gene Natie langer, dan gedurende zeker bepaald tijdperk in eenen hoogen graad gebloeid heeft, en wel meest in dat tijdperk, toen de Natie uit eenen natuurlijken of toevalligen staat van ruwheid tot een' beschaafder overgegaan, doch echter nog niet tot het toppunt van cultuur en luxe geklommen was.
pieter nieuwland.
Aan welke Verhandeling de gouden eerepenning, bij de bataafsche maatschappij van taal- en dichtkunde, in den Jare MDCCCV, is toegewezen.
[deel 2, pagina ongenummerd (p. 409)]
Deel II. bl. | 8. | reg. | 20 | wisten | lees | wist. |
Deel II. bl. | 19. | reg. | 10 | vereerende | lees | vereerenden. |
Deel II. bl. | 134. | reg. | 6 | welke | lees | welken. |
Deel II. bl. | 194. | reg. | 19 | schiedkundig | lees | geschiedkundig. |
Deel II. bl. | 228. | reg. | 3 | v. ond. Aant. Andreas | lees | Jan Poppe Andrée. |
Deel II. bl. | 232. | reg. | 2 | v. ond. Aant. 1608 | lees | 1708. |
Deel II. bl. | 240. | reg. | 17 | stoomen | lees | stroomen. |