Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 1588] In memoriam Henriëtte Roland Holst * Bedwelmd aan de eigen paradijs-legende: Haar kinderdroom der toekomst, haar vergoding Van 't menslijk wezen, dat zij nimmer kende, Verknocht aan 't werkend volk, in stage doding Door schande en slavernij... ‘dat zèlf de ellende Zal breken, innig luistrend naar de noding Der Wijzen...’ - tot zij 't wangezag der Bende, Die furie, bij der kimmen woeste roding, Die rit, waar wraakzucht zweepte en argwaan mende, Na 't oproerfeest aanschouwde, in 't hart getroffen. Nog stond ze, node; een halflings-afgewende, Verzwakte; blikte op overhoopgerende Tirannen; puin, doorsmeuld voor nieuw ontploffen. Nog, nevens haar, ontzaglijk, als bazalten, Haar trouw-aanbeden Helden. Schijngestalten Van 't ééns krijgshaftig Zelf, in laatst verdoffen. Vorige Volgende