Verzamelde gedichten

[p. 1379]

Monotheïstische liturgie¹

Gij waart, Gij zijt, Gij blijft

*

Gij waart, Gij zijt, Gij blijft;
En kon men U begrijpen
Gij zoudt Uzelf niet zijn.

Gij waart, Gij zijt, Gij blijft.
Gij doet Uw vruchten rijpen.

Gij waart, Gij zijt, Gij blijft.
Wij zien alleen Uw schijn.

Uzelf kent Gij alleen,
En geen, die U beschrijft; -

gij waart. gij zijt. gij blijft.

1 In deze Monotheïstische liturgie, gelijk in de volgende, denke men zich de met enkel hoofdletters gedrukte delen als gesproken door de menigte; het overige door de voorganger.

[p. 1380]

Eén met U

*

Ziel van vuur,
Aan de stof ontrezen!
Afschijnsel Gods!

Eén met U
Al-geweldig Wezen!
- Uiterste Trots!

een met u!

Gij zijt vast.
Wij zijn onbestendig: -
Wolk om Uw rots.

Rijk in tal.
Nochtans Eén inwendig: -
Afschijnsels Gods.

een met u!

[p. 1381]

Gij zijt alles

*

Gij zijt alles:
Menslijk denken
Menslijk weten
Menslijk voelen; -
Menslijk gissen,
En bedoelen; -
Goed en kwaad:

gij zijt alles.

Hartstocht, aldoorstormend,
Albezielend,
Alvervormend,
Alvernielend.

gij zijt alles.

Goed en kwaad,
Alles fluistert: Gij bestaat.

gij zijt alles.

Van Uw raadsels wordt gezwegen:
Wie het Wezen aan wil duiden
Spreekt zijn eigen woorden tegen:
Eigen ledige geluiden. -
Heel de wereld hoort naar wetten.
Wie de wetten geeft moet Groot zijn.
Leven geeft Gij - kunt Gij dood zijn?
Ongeloof noch twijfel baat.

[p. 1382]

 

Kan de mens de rots verzetten

 

Waar hij zelf op staat?

 

 

 

Gij hebt goed en kwaad gescheiden

 

Gij zijt beiden.

 

Heel de wereld is Uw Daad

 

Waar geen ander deel aan had.

 

U, die 't al omvat,

 

Meet men met geen enk'le maat.

 

 

 

gij zijt alles.

 

 

 

Goed en kwaad.

 

 

 

gij zijt alles.

[p. 1383]

God leeft

*

Dromen, welke waarheid heten,
Schijnbaar-aangeraakte spoken;
Dromen, die ons doen vergeten
Ons in 't Ware te verheugen! -
Doch wat baat het?
Naast het onomstootlijk Weten
Wordt elk ander denkbeeld leugen.
Ziel, gij hoort het, gij verstaat het,
Wat hier aarz'lend wordt gesproken.
Allen zullen wij 't ervaren
Zo de nevels eenmaal klaren:

god leeft.

Wereld, waar wij vreemd in staren,
Wezens, ongewisse spoken!
Eeuwig-voortgejaagde scharen! -
Als de stormen ooit bedaren,
Als de hemel wordt gebroken
Zullen allen het ervaren:

god leeft.