Verzamelde gedichten
(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd[p. 1219] | |
Impulsen
| |
[p. 1221] | |
[p. 1222] | |
II*
Vreugde om 't eind, steeds meer nabij,
Hoe geheim 't nieuw lot ook zij.
Stilte en rust, na storm en donder.
Geur van feestlijk afscheidstij:
Weemoed wel, maar, fel daaronder,
't Lied van 't onverganklijk wonder:
Levensdronken, stervensblij.
*
Hartstocht, ondoorgrondlijk diep,
Drang, die lang verborgen sliep
Eer zich droom tot kunst herschiep.
Koorts der schoonheid woelt en woedt:
Weelde, vol on-aardse gloed.
*
Hecht geworteld in 't verleden.
Hoog naar de toekomst vertakt.
Zwaar van stormgeweld omstreden.
Geteisterd, maar nooit geknakt.
*
Werkte ook de dichtvorm onfeilbaar,
Gedreven door drang tot geven -
De diepste diepte is onpeilbaar.
't Geheimste is geheim gebleven.
| |
[p. 1223] | |
III*
Felle doordringende koude!
Verdubbel mijn levensgloed!
Ik storm uw heil tegemoet,
Duisternis, innig vertrouwde.
*
Danswoedende tekenpen!
Dat uw dans mijn feestroes diene:
Vertolkend, met zigzag-ren,
't In wakende droom geziene.
*
Zwermt voort, woest-omlaaide zonnen!
Als ook uw glansen vergaan zijn
Bruist nog dit onstuimig aanzijn
Uit nimmer-bezweken bronnen.
|
|