Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 1174] ['t Wordt nacht. Rukwinden gieren] * 't Wordt nacht. Rukwinden gieren En huilen door veel kieren. De moeder, een voorname Doch ziels-gestoorde dame Doolt steeds door 't huis nog om. Haar zoontje zwijgt. Zij hijgt En siddert. Onheil dreigt. Nu prevelt ze als in dromen: ‘Die wilde wilde dieren!’ Ze hoort ze brullen, tieren: Doldrieste dichte drom. - Dan stil en stom. - ‘Kind! Kom! Zie: zoveel ruige vachten! Die moeten ópgenomen En goed verstopt.’ - ‘Waarom?’ ‘Voor als die dieren komen.’ Vorige Volgende