Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 1106] [Limoendronk bij felle zomer.] * Limoendronk bij felle zomer. Een schuilplek tot mijmeringen. Terugblik; weer klaar gewaar hoe hoog deze liefde ontbrandde. Na Vondels veel vromer zangtoon, Bilderdijks gramschap, en 't bang-schoon lied van Amerika's dromer de onstuitbare wending naar spotspel tegen doodsgevaar, de tarting, 't steilstandig wringen, de schudding, de hard-omrande rinkelbom, timpaan, gitaar, dansklappers, trots dansgebaar, of de uitgesidderde weeklacht voor feestvierende oproerlingen. Vol echo's van twist en tweedracht, heugnis aan armoede en schande, was dit wat mijn spooksels bande binnen hun verplichte kringen, dit, wat ik onzichtbaar meebracht, wat rustloos in mij bleef zingen. Gij streek waar ik dool en dwaal! Vertolk ik uw vreugde en doem! Uw koortsgloed! Uw drift en praal! Herkweek ik deze anjerbloem, Europa's lusthof tot roem, uit eigen gekwelde gronden; herschep ik mijn stugge taal [p. 1107] naar liedren, herwaarts gezonden door zwervende trekverbonden, dat ik zo de galm herhaal van Hindoestans nachtegaal. Hoor bruisend gewoel ontspringen, ongeremd en ongetemd! Wereldgeheimen doordringen de ziel, in droom afgestemd op de eeuwige stroom der dingen. Vorige Volgende