Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 924] [Zij miste 't eerbiedig mompelen] * Zij miste 't eerbiedig mompelen Dat eens haar verschijning afdwong, Voelde 't gedrocht van verlepping Verraderlijk naderstrompelen, De aloude vloek op de Schepping Moorddadig haar overrompelen. Zij wenste zich vromer, stiller... Doch immer die vogeltriller Die driest op haar moeders graf zong. Verknocht aan haar vroegre jeugdglans, Vol smaad om elke andre vreugdkans, Vol zucht zich in rouw te dompelen, Moest ras haar ziel mee verschrompelen. Thans plengt ze, als woordloze hoon, Vergifte walm voor Gods troon. Doodstrijd harer zelfbewondering Stuipt bloedig in diepste afzondering. Doem overschemerde al jong haar zoon Wijl in die weeldrige donkre woon Zijn zwoelst bedwelmen ten onder ging: Wellust om eigen pril kinder-schoon. Vorige Volgende