Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 921] [Houri's, met brandgloed omspeeld,] * Houri's, met brandgloed omspeeld, Englen, door drift gepenseeld, Hoop, in geluk en ellende Rustloos gekoesterd, gestreeld; Hunkring, steeds wars van de Bende; Gebed aan 't ‘Eeuwig’ of ‘Nooit’, Fantoom der liefde, getooid Met schoon dat naar waanzin zweemde; Wellust, in wierook verheeld, Rijkdom, wie wreed werd misdeeld. Hem, de uit zijn kindsheid ontheemde, Vol heet geschrijn weerloos vreemde, Was elke onstuimge veroovring - Gestalte van 't Onbenoembre, Genot bij 't voor andren doembre - Wraak om gebroken betoovring. Doch eens, na schimmige dreven Waar hij half blindlings in rende, Staat ook voor hem ‘'t Eind’ geschreven - ‘'t Eind’... aan dit nimmer-volende... Zo God of Noodlot hem zende Naar 't oord, op geen kaart verbeeld, Waar, wie hier vluchtig verbleven, Heengaan, met vreugde of met beven, Moog hij dan, overgegeven, Als een van wereld en leven Hartstochtelijk afgewende, Door die verrukking gedreven [p. 922] Die dromen uit vuur kon weven, Wegzweven in 't Onbekende. Vorige Volgende