Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 839] ['t Was een woud zonder wegen of sporen,] * 't Was een woud zonder wegen of sporen, Waar een bedelmeisje in verdwaalde. Ze schreide, en de duisternis daalde, Ze meende een voetstap te horen. Een duizling van angst beving haar; Nu school ze achter tak en doren; Hier werd het bos ondoordringbaar. Ook dit geluid ging verloren, Geen vogels der nacht zelfs roerden; Een klamme mist kwam gestegen. Ze hoorde een stem die haar noodde Tot rusten in stilte en vrede. Weer hoorde ze een trage schrede; Toen wist ze: dit was de bode Van 't oud Geheim, steeds verzwegen, Waarheen alle wegen voerden. Vorige Volgende