Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 721] [Hier gaat een verhaal; ik wou 't nooit geloven: -] * Hier gaat een verhaal; ik wou 't nooit geloven: - Op de plaats van deze bonte hoven Stond een paleis, een schitterend gebouw. Zie hoe twee beuken hangen te treuren! Dat waren de koning en koningsvrouw. Deze paarse bloemen, die zo zwaar geuren, Waren prinsessen en dienaressen. Gister, de dag van mijn verjaren, Schonk grootmoeder wijn in een wijde schaal. Ze heeft er druppels uit kleine flessen Door neergelaten. Die trokken figuren: Letters, in de heksentaal! Wij dronken de wijn, en wij gingen uren Wandelen onder donkere blaren. Toen leek 't of alle planten mensen waren En wij met hun konden praten. Daar kwam zelfs een stem uit een stenen paal. Vorige Volgende