Verzamelde gedichten
(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd[p. 650] | |
IEen kenner dezer dwergen
In 't slijk beneden,
Belooft geen gouden bergen
Maar gouden steden;
Leve de Hoop!
In 't Babel van de fabel
Is 't goud goedkoop.
| |
II(...‘Het Beest zet zijn neusgaten
wijd open, davert, dreunt een niesgeluid
en snuift vergetenissenbarend kruid
zo hevig dat zijn bolle wangen bersten
tegen een Godverheerlijkenden kersten’)
‘De vlugge tijd rent, rent...’
Hard gaat hij, Suidgeest.
Zorg dat het preektalent
Zijn roes nog uitfeest!
Hoera wie 't ongestuit
En rustig uitleest
Ondanks dit niesgeluid
Van 't snuivend kruidbeest.
| |
III‘Ik mat naar mensenmaat die engel-maat is
en zong: Decora Lux aeternitatis.’
Wie zo Latijn kent, krijgt zijn rijm haast gratis.
| |
[p. 651] | |
IV‘Jezus van Nazareth
met bef en met baret
vroeg en verklaarde
het licht der aarde.’
Ik zwijg, ik deins ontzet
Bij die bazaar-trompet.
| |
VIk zie geen kans hem neer te knuppelen:
‘Mijn beenderen verbrijzeld, huppelen.’
| |
VI't Is alles hard en plomp Romeins.
Geef mij maar Anna Bijns.
|
|