Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 527] XXII * Waar 't stormweer met wrakhout speelde Daar zag ik een vrouw gezeten: Zij luisterde naar de kreten Der vogels die 't zwijgen reten Om uiterste eenzaamste kusten. In schoonheid, in felle weelde, Van sneeuwig wuiven omweven, Als onder maanglans vertederd, Scheen ze één dier zielen die zweven Op zee, met vlammen gevederd, En soms aan de stranden rusten. Vorige Volgende