Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 497] IV * Onze vloot, bevracht als nimmer, Bracht sukade, bonte stenen, Kwam terug, met roof gezegend, Bracht metaal en eedle vruchten. Zelf had ik mij niets verkozen, Bracht alleen een vrouw van verre, Zwart en diep als 't graf haar ogen, Maar vergeefs: de koning nam haar. Zeg mijn moeder die mij vloekte Dat zij achter slot mij zien wou - Zeg haar dat ik hang in boeien In een donkre, vunze nauwte, Langer dan de nacht van 't noorden. Vorige Volgende