Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 72] De zee * De maan is veeltintig; 't verheugt u te staren Op d'edele golfslag, of 't spel van de meeuw. Geniet gij uw eigen uitbundige baren? Geniet gij uw ijlten van zomerse sneeuw? Gij luistert, hoe 't schuim in de duisternis dondert; Geniet gij hoe 't fluistert, uw kleed van satijn? O gij, die om 't lichten der zee u verwondert, Geniet gij uw ogen, die heerlijker zijn? De zee heeft geheel haar betoov'ring verloren. De naad'ring van 't noodweer verschrikt u. Gij scheidt. - Vermoedt gij de Storm, die gij nimmer zult horen, Hoezeer hij 't nauw-speurbaar geruis begeleidt? Vorige Volgende