Verzamelde gedichten(1993)–Hendrik de Vries– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 65] Zwarte zij * Boven 't kruispunt een pijl, die zoeft, die zich schroeft in 't ijl dons: Een orkaan van gebons. - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Plots een vrouw, die de stenen-baan als een toov'ring verblindt: Als een waan, als een onweerswind: plots een vrouw, zon-getint; Langs de wand, goud-oranje-grijs, langs de reeks der balkons, Die de hevigheid reepsgewijs onderbreekt, sneeuw en brons, Langs 't belaaid, breed-geblakerd blok, plots omdraaid met een stoot, Plots bewaaid, met een schaduw-schok: - zij, rood-zwart, zwart, zwart-rood. Waas, los-vrij, of een schaduw-vlok, vaas topaas, haar omsloot - Langs 't gelaat, langs de schaduw-lok, langs 't schoon oog, over-groot. Diademen, welker schittervorm zich verenigt in 't haar. - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Onder aandrang van de hitte-storm is de zee woest en zwaar. [p. 66] Tussen zig-zags in de steigerbouw dragen bogen elkaar. Door de dofheid van het hitte-blauw jagen vogels tegaar. Schoonheid, bloot uit een stroken-zoom; paarlemoeren in rij. - Schoonheid, bloot uit een geurenstroom van dolzinnige zij. Vorige Volgende