De nacht(1920)–Hendrik de Vries– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] Nachtpaleis. De kroonlamp steeg, het woud ontplooit gedragen floersen. Het meer verkreeg een schemertint, beweegsels koersen Alom. De kroonlamp klom verhevigd, met verwrongen Borduursels, waaierwijd van rozendos doordrongen. De zwanen droomen voor de baan der marmer-treden. De regens dalen langs de maan, 't gewelf ontgleden. Vorige Volgende