Jaap en Gerdientje. Deel 9. In het warme land
(1953)–Anne de Vries– Auteursrecht onbekend
[pagina 37]
| |
5. In de theetuin.En nu was ze dan op Boenga Wangi!Ga naar voetnoot1) Zo heette de theeplantage van de heer Laurens, die op de zuidelijke helling van de Gedé lag, een hoge berg in West-Pasoendan. Hanneke was nog dezelfde vrolijke vlotte meid van drie maanden geleden. En ze hadden elkaar zoveel te vertellen, dat ze niet uitgepraat raakten. Nadat Gerdientje zich wat opgefrist had en een glas limonade had gedronken, liepen ze samen de tuin in en haalden oude herinneringen op. Hanneke vertelde van Joop, van wie ze pas een brief gekregen had uit Makassar en Gerdientje van lange Jan, die al een paar keer bij haar geweest was in Bandoeng en die haar een prachtig nieuw Bijbels vertelboek gebracht had, omdat het oude er zo gebruikt uit was gaan zien, dat hij dat niet meer terug durfde geven. ''t Is toch wel een leuke vent,' zei ze. 'Hij is veel aardiger geworden, vind ik. Hij is lang zo'n opschepper niet meer. O zeg, en hij bracht me nog een mooi meisjesboek extra! Omdat hij mijn kindenbijbel zo lang gehouden had, zei hij. Een leuk boek, meid! Moet je horen....' | |
[pagina 38]
| |
'Ik zal je wat anders vertellen,' lachte Hanneke. 'Hij komt vanmiddag hier!' 'Wie? Lange Jan?' 'Ja, met zijn ouders. Vader heeft ze uitgenodigd om de Kerstdagen bij ons door te komen brengen. Ik heb bij mijn vijand van de boot nog wat goed te maken, zei Vader. Je herinnert je toch nog wel, dat hij Jan z'n Vader bij het watergevecht verslagen heeft?' 'Schei uit!' lachte Gerdientje. 'Ik zie dat lange eind mens nòg van de balk aftuimelen en kopjeonder gaan!' | |
[pagina 39]
| |
'Nu moesten jouw vader en moeder er eigenlijk ook bij zijn,' zei Hanneke spijtig. Ja, daar was Gerdientje het mee eens, maar dat kon niet. Vader moest morgen, eerste Kerstdag, op drie plaatsen preken en tweede Kerstdag ook nog weer. Zij zouden later wel eens komen. 'En dan kom ik natuurlijk ook weer mee,' zei Gerdientje. 'Voor mij betekent het winst. Maar nou moet je me eens wat van de thee vertellen. Want als de school weer begint, moeten we een opstel maken over iets, dat we in de vacantie beleefd hebben en ik wil het over jullie theeplantage hebben. Dus, vertel maar op. Ik weet alleen van thee, dat je het drinkt uit een kopje, en dat is niet genoeg voor een opstel. Maar jij bent de dochter van een theeplanter, dus kom maar op met je wijsheid. Zeg, is 't hier altijd zo fris? Ik heb hier nog geen zweetdroppeltje laten vallen!' 'Geen wonder, je bent hier op twaalfhonderd meter hoogte,' zei Hanneke. 'Verleden week heeft het op een nacht zelfs een beetje gevroren!' 'Lekker!' zei Gerdientje. 'Ajo, ga verder! Nou over de thee!' 'Makkelijk gezegd!' pruttelde de ander. 'Ik woon hier pas drie maanden! Vader heeft mij ook alles moeten uitleggen. Maar vooruit, ik zal het proberen. Zie je al dat groen tegen de berghelling op? Dat is allemaal thee. Vijf jaar geleden was hier nog een groot bos. Vader heeft dat laten kappen en toen deze theetuin aangelegd. | |
[pagina 40]
| |
Op kweekbedden heeft hij thee gezaaid en toen de plantjes groot genoeg waren, zijn ze uitgezet. Nu staan er duizenden theestruiken. Als zo'n struik drie jaar oud is, kunnen de blaadjes voor het eerst geplukt worden.' 'Jullie plukken dus geen bloemetjes, maar blaadjes,' zei Gerdientje. 'Ja,' antwoordde Hanneke. 'Heb jij wel eens een bloemetje in je thee zien drijven? Nee hè? Maar een blaadje wel! Maar kijk, daar staan een paar struiken in bloei. Die moeten nieuw zaad leveren voor de kweekbedden, want volgend jaar wil vader nòg een paar duizend planten uitzetten.' Zo'n bloeiende theestruik wilde Gerdientje wel eens van nabij bekijken. Hanneke plukte een trosje bloemen voor haar af en hield haar die onder de neus. 'Heerlijk!' riep Gerdientje. 'Die ruiken naar thee!' 'Stel je voor!' lachte Hanneke. 'Had je soms gedacht, dat ze naar viooltjes zouden ruiken?' Ze plukte nu ook een takje met alleen maar blaadjes af. 'Het lijken net wilgeblaadjes,' zei ze. | |
[pagina 41]
| |
'Kijk maar, alleen is de rand niet glad, maar gezaagd.' 'En wat gebeurt er nu met die blaadjes, als ze geplukt zijn?' 'Nou, daar weet ik ook maar weinig van,' zei Hanneke. 'Eerst gaan ze naar de verflenszolders, dan in de rolmachine, dan worden ze gefermenteerd en daarna worden ze in de droogmachine, nou, gedroogd natuurlijk. En dan wordt de thee gebroken en gezeefd en eindelijk komt er bij het inpakken nog een heleboel kijken. Daar mogen alleen kisten voor gebruikt worden, die van binnen met theelood zijn beslagen. Bovenop de thee wordt een vel zilverpapier gelegd en dan gaat de kist dicht. Dat is allemaal om niets van de geur verloren te laten gaan. Vooral de beste soort, de Pecco, dat is de thee van de fijne topblaadjes.... Waarom lach je zo? Zei ik soms iets geks?' 'Nee, nee,' verzekerde Gerdientje. 'Maar als jij nòg eens zegt, dat je van thee niets weet, laat ik je honderd strafregels schrijven: Ik mag mijn beste vriendin niet voor het lapje houden. Begrepen?' |
|