'Niet doen,' dacht hij. 'Je hebt het beloofd, zelfs meer dan eens!'
'De boswachter doet wel eens vaker een middagdutje,' zei hij toen gauw. 'Maar 't is al laat, hè?... Nee, dan is hij nu wel wakker!'
He, hè, daar had hij zich nog net handig uitgered! Maar hij durfde Polleke niet aan te kijken en stil liepen ze verder tot de grote laan, waar Polleke rechtsaf ging.
'Tot morgen,' zei hij.
'Ga je niet even mee?' vroeg Jaap. 'Toe jô, dat zullen ze best leuk vinden!'
Maar Pol wilde niet. Hij moest naar huis, beweerde hij, om z'n klomp te repareren.
De boswachter stond juist gereed, om met zijn hond het bos in te gaan. Hij had een dikke jas aan en een oude deken over zijn arm. Jan was bang voor de grote hond, die hem nieuwsgierig kwam besnuffelen. Maar Opa zei: 'Af, Nimrod!' En het dier gehoorzaamde dadelijk. Zó gehoorzaam moest Puk ook zijn!...
De boswachter ging nog even mee naar binnen, toen hij de brief van Gerdientje zag. Hij las die haastig door, terwijl zijn vrouw aan Jaap vertelde van de brief, die zij gekregen hadden en intussen iets klaar zette voor de jongens: een kopje chocola met een beschuitje.
'Maar nu moet ik weg,' zei Opa. 'De zon is al bijna onder.'
'Zul je voorzichtig zijn?' vroeg Grootmoe.