'Hou je vast, Jaap!' roept Polleke.
De slee staat stil. Polleke klimt er uit en hinkt vlug naar het ijs. O, kijk eens, hij durft wel!... Hij lóópt niet over het ijs!.... Hij kruipt er op, met zijn dikke stok in de hand....
Hij steekt Jaap zijn stok toe.
'Hou vast, Jaap!' roept hij. 'Hou vast, hoor!'
O ja, Jaap houdt wel vast. En Polleke probeert hem op het ijs te trekken.
Maar het gáát niet!
Jaap is zo zwaar en het ijs is zo glad. Polleke glijdt bijna zelf in het gat.
'Help me dan toch!' schreeuwt Polleke naar de kant. 'Toe dan toch! Grijp mijn benen vast!'...
En zie, dan is er één, die óók durft. En dat is géén jongen. Dat is.... Gerdientje!....
Gerdientje kruipt ook op het ijs en grijpt een been van Polleke. Dan trekken ze samen.
En nu lukt het!....
Jaap krijgt een knie op het ijs.... Nòg één! Een druipende Jaap kruipt met Polleke en Gerdientje naar de kant.